Rouwende Laura (30) mag niet meer met zwangerschapsverlof: exit uit politiek in Brabant
In dit artikel:
Laura van Hazendonk (30), GroenLinks-Statenlid in Noord-Brabant, neemt afscheid van de provinciale politiek nadat ze vorig jaar het pasgeboren zoontje Ties verloor. Ties overleed achttien dagen na zijn geboorte aan een GBS-infectie; het rouwproces eiste zoveel energie dat Van Hazendonk meerdere keren verlof moest nemen en uiteindelijk besloot dat politiek werk niet langer te combineren viel met haar herstel, gezondheid en gezin. Volgende week donderdag wordt haar ontslag formeel verleend.
Belangrijke praktische reden voor haar vertrek is de beperkte verlofregeling voor volksvertegenwoordigers: in één zittingsperiode mogen zij maximaal drie blokken van zestien weken opnemen (48 weken). Van Hazendonk heeft die limiet al bereikt en is inmiddels opnieuw zwanger, maar komt daardoor niet in aanmerking voor extra verlof; pas na de verkiezingen van maart 2027 zou weer verlof mogelijk zijn. Haar zetel wordt overgenomen door Nelleke van Wijk.
Haar situatie leidde tot ruime steun op sociale media en tot kritiek op de huidige regels. Commissaris van de Koning Ina Adema noemt Van Hazendonks ervaring een voorbeeld van hoe de regeling jonge vrouwen en andere kwetsbare groepen kan belemmeren en roept het ministerie op de wetgeving te herevalueren. Ook belangenorganisatie Stem op een Vrouw pleit voor ruimhartiger verlofmogelijkheden.
Tegelijkertijd benadrukken (oud-)ministers dat grenzen zijn gesteld om het persoonlijke mandaat van kiezers te beschermen: als volksvertegenwoordigers langdurig of vaak vervangen worden, raakt de herkenbaarheid en de zeggingskracht van het ambt volgens hen uitgehold. Demissionair minister Frank Rijkaart verdedigt daarom het maximum van 48 weken per zittingsperiode. Kritiek is er bovendien op de term ‘tijdelijk ontslag’ voor verlofvervanging, die door sommige betrokkenen als verouderd en stigmatiserend wordt ervaren.
Van Hazendonk wijst erop dat het samenvoegen van zwangerschaps- en ziekteverlof onevenredig inwerkt op vrouwen in vruchtbare leeftijd en andere ondervertegenwoordigde groepen, met effect op wie politiek kan bedrijven en welke onderwerpen prioriteit krijgen — bijvoorbeeld kinderopvang. Ze benadrukt ook dat voor elk verlof medische verklaringen nodig waren, iets wat de drempel om verlof te nemen hoger maakt. Haar zaak vergroot de discussie over hoe politieke functies flexibeler kunnen worden ingericht om diverser en inclusiever en praktischer te zijn voor mensen met zorg- en gezondheidsverplichtingen.