Rob Jettens 'politiek van de vibes' heeft gewerkt, maar de vraag is: voor hoelang?
In dit artikel:
1 november 2025 — De gemeente- en landelijke verkiezingscampagne in Nederland draaide deze keer opvallend om twee concurrerende logica’s: leveren versus vibes. Kiezers hadden een helder wensenlijstje — betaalbare huizen, minder immigratie en meer koopkracht — en de campagnevragen waren praktisch: “Wie kan dat waarmaken?” De gesprekken in tv-debatten spitsten zich toe op wie resultaten kan boeken, maar de uiteindelijke winnaar van de race bleek vooral uit te blinken in het oproepen van het juiste gevoel.
Rob Jetten (D66) kwam als grootste verrassing uit de bus: niet omdat hij het meest uitvoerig of gedetailleerd kon uitleggen hoe problemen worden opgelost, maar omdat hij zich presenteerde als de opgewekte tegenpool van het zure populisme van Geert Wilders. Jetten wist een sympathieke, energieke ‘vibe’ te creëren — korte video’s, aanstekelijke one-liners en een optimistische uitstraling — en dat sloeg aan bij een groot deel van het electoraat. Zijn succes illustreert dat stemgedrag niet langer louter wordt bepaald door eerdere prestaties of doorworstelde beleidsplannen, maar ook door emotie en imago.
Tegelijkertijd bood de campagne talloze voorbeelden van partijen die waren aangeklaagd voor het niet nakomen van beloften. De PVV werd bekritiseerd omdat eerdere kansen op hardere asielmaatregelen niet tot blijvende wetgeving leidden; ook de BoerBurgerBeweging (BBB) kreeg te horen dat haar bestuurlijke nalatigheid vooral leidde tot verstrenging van het stikstofdossier. CDA-leider Henri Bontenbal probeerde zich te profileren als de realist die de eindeloze beloftes wil doorbreken, maar ook hij kon niet voorkomen dat het vertrouwen in traditionele beloftestructuren broos bleef.
Aan linkse kant worstelt GroenLinks-PvdA met een jarenlang dalend draagvlak. Frans Timmermans, gewend aan uitgebreide beleidsplenaire optredens in Brussel, bleek in de Nederlandse soundbite-cultuur minder op zijn plek; zijn pogingen om met moderne formats jongeren te bereiken werden afgeschilderd als ongelukkig en leidden tot zijn aftreden. De vraag is wat links kan doen om het etiket van afstandelijk elitair imago af te schudden en weer de toon te zetten in plaats van voortdurend te moeten reageren op de sfeer die rechts creëert.
Een cruciale zorg is de duurzaamheid van een stem op gevoel. ‘Vibes-based politics’ kan snel verkiezingen winnen, maar de houdbaarheid ervan staat ter discussie: als verpakking belangrijker wordt dan inhoud, is succes fragiel. Mocht Jetten erin slagen een stabiel middenkabinet te vormen dat concrete resultaten levert — vooral op woningbouw en koopkracht — dan biedt dat mogelijk een alternatief voor protestpartijen. Maar zelfs dan verdwijnt het culturele ongenoegen niet automatisch, zeker als een flink blok radicaal-rechtse partijen (PVV, JA21, FvD, BBB) aanzienlijk blijft vertegenwoordigd en er nauwelijks een sterke linkse oppositie overblijft om onvrede anders te kanaliseren.
Ook ideologische reflectie liep in de campagne achter bij communicatiestrategie: ideologen en partijdenkers moesten vaak toezien hoe hun diepere politieke visies werden overstemd door slogans en formats. Daardoor bleef de ideeënstrijd onderbelicht, terwijl die juist essentieel is voor lange termijnbeleid en democratische legitimiteit.
Kortom: de verkiezingswinst van Rob Jetten maakte duidelijk dat het Nederlandse electoraat naast inhoud ook hunkert naar een bepaalde emotionele toon. Of die 'vibe' leidt tot duurzaam beleid en vermindering van politieke polarisatie hangt nu af van de vraag of een nieuw bestuur daadwerkelijk kan leveren — én of links erin slaagt zich te vernieuwen en weer aantrekkelijk te worden voor ontevreden kiezers.