RMU zit „alleen voor werknemers" aan cao-tafel
In dit artikel:
De regering wil in de wet vastleggen dat partijen bij cao-onderhandelingen onafhankelijk van elkaar moeten zijn, zodat rechters dit kunnen toetsen. Minister Paul schreef woensdag aan de Tweede Kamer dat die aanpassing nodig is om te voldoen aan een ILO-verdrag dat bemoeienis tussen werkgevers- en werknemersorganisaties bij oprichting, bestuur en handelen verbiedt. In Nederlandse wetgeving ontbreekt die expliciete eis nog; destijds (bij ondertekening in 1993) was dat niet noodzakelijk omdat er geen problemen werden gezien. Sinds kort sluiten werkgevers echter steeds vaker cao’s met relatief nieuwe, kleine vakbonden — de zogeheten “gele vakbonden”, volgens de FNV — die mogelijk door werkgevers zijn opgezet of financieel afhankelijk zijn van werkgevers en daarom niet zelfstandig voor werknemers zouden kunnen opkomen.
De Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU), opgericht in 1983 en zelf vaak genoemd in dit debat, zegt geen vakbond maar een vakorganisatie te zijn en ziet geen bedreiging voor haar positie. De RMU hanteert een harmoniemodel: geen stakingen maar overleg tussen werknemers en werkgevers. Volgens coördinator Jan Schreuders is er een strikte interne scheiding — een algemene vereniging, een werknemersvereniging (statutaire partij in werknemers-cao’s) en een werkgeversvereniging — en zit uitsluitend de werknemerspoot aan de onderhandelingstafel. Schreuders zegt “absoluut niet bang” te zijn voor de voorgenomen wetswijziging, wil misbruik voorkomen en steunt onafhankelijkheidseisen, maar waarschuwt dat het lastig wordt om duidelijke criteria te formuleren waarmee een rechter onafhankelijkheid kan vaststellen. Als meetlat stelt hij voor dat leden hun organisatie kunnen aanspreken op behaalde resultaten.
De RMU is partij in enkele bedrijfstak-cao’s en veel ondernemings-cao’s in sectoren met veel reformatorische werknemers (zoals groothandel groenten en fruit, technische groothandel en retail non-food). In sommige van deze cao’s ontbreken FNV-ondertekeningen; de retail non-food-cao werd bijvoorbeeld mede ondertekend door de kleine AVV, die niet-leden laat mee stemmen over cao’s. De wetswijziging moet volgens de regering misbruik tegengaan en de onafhankelijkheid van cao-partijen wettelijk verankeren.