Rivierkreeftjes blues | column Daniël Lohues
In dit artikel:
Het lezen over rivierkreeftjes die ook in het Noorden opduiken brengt de verteller terug naar een hete, benauwde dag in de moerassen rond Baton Rouge. Hij en een vriend rijden over een stille weg vol kruipende kreeftjes en kopen voor weinig een emmer bij een man langs de kant van de weg. Ze gaan naar de buurt van Jackie, een jonge, uitzonderlijk getalenteerde zangeres uit een arme, voornamelijk zwarte wijk naast een industriegebied.
Direct ontstaat er een losse, feestelijke sfeer: er wordt een grote pan op het vuur gezet met water, mais, aardappelen, citroen en kruiden, de kreeftjes worden gekookt en op kranten uitgestort. Iedereen eet met de handen, er wordt gerookt en gedronken, en later maakt de band muziek op sobere apparatuur — maar wanneer ze spelen is het magisch. Jackie lijkt op het punt van doorbraak te staan en is onlangs weg uit een gewelddadige relatie.
Twee weken later staat ze gepland voor een optreden op een grote tv-zender. Die middag gaat ze naar de nagelsalon; terwijl ze daar zit schiet haar ex-vriend haar door het hoofd. De uitbundige, hoopvolle bijeenkomst krijgt zo een abrupte, gewelddadige wending. Het verhaal verbindt het eenvoudige plezier van samen eten en muziek maken met de harde realiteit van partnergeweld dat veelbelovende levens beëindigt.