NU+ | Rellen Den Haag dwongen politie tot harder optreden dan bij andere betogingen
In dit artikel:
Zaterdag leidde een protest tegen het asielbeleid in Den Haag tot rellen, waarna de politie met onder meer ME-eenheden, traangas en waterkanonnen ingreep. De inzet volgde nadat groepen betogers geweld gebruikten en kortstondig de A12 opgingen; volgens de politie was optreden nodig voor zelfbescherming en om de openbare orde te herstellen.
Op social media ontstond discussie en werd de reactie van de politie vergeleken met andere acties, zoals de A12-blokkades van Extinction Rebellion en de bezettingen van universiteiten door pro-Palestijnse demonstranten. Socioloog Laura Keesman waarschuwt echter voor eenvoudige vergelijkingen: blokkades en zitacties van Extinction Rebellion zijn meestal passief en vallen binnen het demonstratierecht, terwijl geweld tegen agenten een fundamenteel andere situatie schept. Bij de UvA-bezettingen werd wel degelijk geweld gebruikt en de politie trad ook daar op; hoogleraar Don Weenink wijst erop dat onderzoek later uitwees dat de politie in twee gevallen te ver is gegaan.
In Nederland bekijken politie, burgemeester en officier van justitie elke demonstratie apart en beslissen agenten ter plekke op basis van het gedrag van deelnemers. Dat houdt een afweging in tussen het respecteren van het recht om te demonstreren en het handhaven van veiligheid. Een politiewoordvoerder onderstreepte dat zwaar optreden ongewild is, maar soms onontkoombaar blijkt om de rust te herstellen.