Regering-Trump koopt (zeer on-Amerikaans) voor miljarden aandelen in chipbedrijf Intel

In dit artikel:

De Amerikaanse regering koopt een belang van 10 procent in chipbedrijf Intel en betaalt daar 8,9 miljard dollar (ongeveer 7,5 miljard euro) voor. Het bedrag komt uit subsidiepotjes die al eerder waren gereserveerd om binnenlandse chipproductie te stimuleren; Intel zegt dat de transactie onder de marktwaarde plaatsvindt. De beurskoers van Intel steeg direct met circa 6 procent na het nieuws.

President Donald Trump presenteerde de aankoop op Truth Social als een uitstekende deal voor het Amerikaanse publiek en benadrukte dat het ontwikkelen van halfgeleiders essentieel is voor de toekomst van het land. Ook binnen Intel werd positief gereageerd: CEO Lip‑Bu Tan sprak van waardering voor het vertrouwen van de regering en van kansen om Amerikaanse technologie en maakindustrie te versterken.

De stap roept veel commentaar op omdat het ongebruikelijk is dat de staat in een gezond commercieel bedrijf stapt. Britse en andere media plaatsten de zet in de traditie van staatsgeleide interventies, en wezen erop dat dergelijke deelnemingen in de VS vooral bekend zijn uit de reddingsoperaties tijdens de banken- en autocrisis onder Obama. Toch is Intel al langere tijd in het vizier van de president: deze week had Trump al aangekondigd een belang te willen hebben.

Achtergrond van de ingreep is strategisch: Intel is het enige bedrijf dat in de VS geavanceerde chips voor AI produceert en bouwt grote productielocaties die vertraging oplopen. Daardoor blijft de VS afhankelijk van buitenlandse leveranciers, met name Taiwan, ondanks dat ontwerpers als Nvidia een leidende rol hebben. De overheid hoopt met deelname invloed te krijgen op productiecapaciteit en daarmee strategische afhankelijkheid te verminderen. Intel heeft inmiddels aangegeven dat de staat geen speciale toezichthouders of bestuurders krijgt; hoe ver de inhoudelijke invloed van Washington zal reiken blijft onduidelijk.