Regering-Trump eist toch geen aandelen in chipmakers, maar dan moeten ze wel meer fabrieken bouwen
In dit artikel:
De Amerikaanse regering eist geen aandelen van chipfabrikanten in ruil voor miljarden in CHIPS-subsidies, mits die bedrijven wél extra fabrieken in de Verenigde Staten bouwen. De CHIPS Act van 2022 beloofde Amerikaanse steun om thuis de productie van halfgeleiders te vergroten; meerdere fabrieken zijn inmiddels in aanleg.
Eerder deze week maakte de Trump-regering bekend overeenkomsten te willen herzien en in ruil voor subsidie mogelijk een belang in bedrijven te nemen. Dat stuitte op weerstand: het Taiwanese TSMC overwoog bijvoorbeeld zijn steun terug te geven als aandelen werden geëist. Nu zegt een Witte Huis-functionaris tegenover Reuters en The Wall Street Journal dat bedrijven die hun Amerikaanse investeringen uitbreiden — zoals TSMC en Micron — geen aandelenaanbod hoeven te verwachten.
De discussie lijkt echter nog niet afgesloten voor Intel. Volgens Bloomberg onderzoekt de Amerikaanse overheid mogelijk een belang van maximaal 10 procent in Intel als voorwaarde voor steun, omdat Intel geen recente extra investeringen in de VS heeft aangekondigd en de bouw van geplande fabrieken in Ohio telkens uitstelt.
Achtergrond: de maatregelen moeten de binnenlandse chipproductie versterken en afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers verminderen, wat zowel economische als veiligheidsmotieven heeft.