Reformator Jan Hus, die stierf op de brandstapel, kreeg plek op nationale kalender Tsjechië
In dit artikel:
In Tsjechië is 6 juli de sterfdag van de hervormer Jan Hus en sinds 1990 een nationale feestdag. Hus (geboren circa 1360) werd in 1415 na een veroordeling door het Concilie van Konstanz op de brandstapel geëxecuteerd; zijn daad en ideeën leidden later tot de hussietenbeweging. In Praag herinnert een groot standbeeld in het centrum en de Bethlehemkapel aan zijn leven: Hus predikte daar en in dorpen, moderniseerde de Tsjechische taal en pleitte tegen praktijken als de verkoop van aflaten. Hij benadrukte het belang van een persoonlijke relatie met God in plaats van louter kerkelijke rituelen.
Anna Beck, een Amerikaans-Tsjechische masterstudent diplomatie die opgroeide in zendingsgezinnen in Tsjechië, noemt Hus een complexe figuur die zowel seculier als religieus te interpreteren valt. Hoewel 6 juli officieel is, zijn landelijke herdenkingen schaars; uitzondering was het 600-jarig herdenkingsmoment in 2015 in de Bethlehemkapel, waarbij zelfs een rooms-katholieke kardinaal aanwezig was. Jaarlijkse ceremonies vinden vooral plaats in Tábor, een stad die door hussieten is gesticht. Onder protestantse gemeenten krijgt de Husdag weinig speciale aandacht; in een overwegend atheïstisch land blijven christelijke verbonden feestdagen wel bestaan — zo is 5 juli een dag waarop de komst van de eerste missionarissen (863) wordt herdacht.