Rechtszaak van Pieter Wittenberg uit Peest uitgesteld tot 15 januari door gebrek aan tijd
In dit artikel:
Pieter Wittenberg (77) uit Peest staat sinds donderdag in Mytilini (Lesbos, Griekenland) terecht op aanklachten van witwassen, mensensmokkel en deelname aan een criminele organisatie. De zaak draait om zijn vrijwilligerswerk op het eiland, waar hij samen met 23 medeverdachten vluchtelingen uit bootjes naar het strand begeleidde, droge kleding, eten en eerste hulp gaf en hen vervolgens aan de kustwacht overdroeg. De afgelopen zittingsdagen werden getuigen van de havenpolitie gehoord en mochten de verdedigingen pleiten; de behandeling wordt op 15 januari voortgezet. Wittenberg ontkent de beschuldigingen en zei eerder dat hij “om de aanklachten moest lachen” toen hij ze zag. In de rechtszaal vond hij het tevens zwaar om de opsteller van het rapport te ontmoeten dat als kernbewijs fungeert. Bij een veroordeling staat hem mogelijk 10 tot 20 jaar gevangenisstraf te wachten. Zijn vrouw, Liesbeth Bloemendal, verscheen als getuige en maakte volgens aanwezigen veel indruk. Zowel Wittenberg als andere betrokkenen zien het vervolg met vertrouwen tegemoet; wanneer de uitspraak volgt is nog onduidelijk.