Rechtszaak gemeenten tegen kabinet van de baan na compensatie jeugdzorg
In dit artikel:
Het demissionaire kabinet trekt een eenmalige tegemoetkoming van 728 miljoen euro uit om gemeenten gedeeltelijk te compenseren voor de hoge jeugdzorgkosten over 2023 en 2024. Als gevolg daarvan schrapte de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) haar dreigement om naar de rechter te stappen.
Sinds ongeveer tien jaar zijn gemeenten verantwoordelijk voor jeugdzorg; hoewel de wet de kosten bij het Rijk legt, liepen lokale besturen in de praktijk grote tekorten op. De gezamenlijke achterstanden voor 2023 en 2024 bedroegen bijna 1,5 miljard euro. Een commissie onder leiding van oud-minister Tamara van Ark adviseerde begin dit jaar dat het kabinet de helft van de tekorten, ook met terugwerkende kracht, zou betalen. Gewapend met dat advies stelde de VNG dit voorjaar een ultimatum: bij uitblijven van extra geld zou juridische actie volgen.
Eerder dit jaar nam het kabinet al maatregelen in de voorjaarsnota om toekomstige tekorten deels te dempen en een geplande bezuiniging op het Gemeentefonds te verzachten. Openstaande compensatie voor 2023–2024 bleef echter een twistpunt tot de recente afspraak, waarmee de acute escalatie is voorkomen en er volgens de VNG weer sprake is van een werkbare financiële situatie.
Toch blijven er onopgeloste problemen: het herstel van de relatie tussen Rijk en gemeenten is broos en de grotere, structurele onzekerheid blijft. Vanaf 2026 dreigt nog altijd een ingrijpende korting op het Gemeentefonds — het zogenoemde ‘ravijnjaar’ — en het kabinet plant een stelselherziening van de jeugdzorg met bezuinigingen die vanaf 2028 effect moeten hebben. De eenmalige betaling neemt druk weg op de korte termijn, maar lost de lange-termijnfinanciering en de zorgen van gemeenten niet volledig op.