Rechtse meerderheid in Tweede Kamer laat zich gelden
In dit artikel:
Een rechts blok van PVV, VVD, BBB, FVD, SGP en JA21 gebruikte donderdagavond tijdens de tweede dag van de Algemene Beschouwingen een krappe Kamermeerderheid om meerdere moties aan te nemen die vooral politiek richting geven in aanloop naar de verkiezingen van 29 oktober. Omdat het kabinet demissionair is en de begroting beleidsarm, fungeerden veel moties als signaalstukken in plaats van directe beleidswijzigingen.
Belangrijke aangenomen moties richten zich op asiel, migratie en veiligheid: meer inzet op grensbewaking om asielzoekers tegen te houden die via veilige tussenstappen Nederland bereiken (PVV); het CBS moet criminaliteitscijfers uitsplitsen naar westerse versus niet-westerse migratieachtergrond (PVV); een algeheel boerkaverbod voor de openbare buitenruimte (VVD); en het migratiesaldo zo veel mogelijk naar nul brengen (SGP), terwijl de huidige uitgangspositie van de regering uitgaat van een netto toelating van circa 40.000–60.000 mensen per jaar. Ook is met een meerderheid bepleit om de extreemlinkse beweging Antifa als terroristische organisatie aan te merken — een stap die eerder ook door de Verenigde Staten is gezet — gesteund door onder meer FVD, BBB en PVV, plus VVD, SGP en JA21.
Op humanitair terrein werd een motie om tijdelijke medische evacuaties van ernstig gewonde of zieke Gazaanse kinderen naar Nederlandse ziekenhuizen te organiseren nipt verworpen (74 voor, 75 tegen). Wel unaniem aangenomen werd een motie van ChristenUnie en SGP om christenvervolging structureel aan de orde te stellen in diplomatieke gesprekken met vijftig landen op de Open Doors-lijst.
Op sociaal-economisch vlak wil een Kamermeerderheid de voorgenomen verhoging van de arbeidskorting (189 miljoen euro) terugdraaien en het geld gebruiken voor verlaging van de inkomstenbelasting. Bovendien nam de Kamer een motie aan die oproept niet te tornen aan de hypotheekrenteaftrek; beide besluiten zijn echter politiek-symbolisch zolang het kabinet demissionair is en de samenstelling van Kamer en kabinet na de verkiezingen kan veranderen.