Rechts of links in de politiek zegt ook niet alles
In dit artikel:
De aanduidingen links en rechts bestaan al eeuwen (tot terug in de tijd van de Franse Revolutie) en worden zowel in de politiek als in andere terreinen — bijvoorbeeld kerkelijk — gebruikt om stromingen te situeren. Hoewel sommige wetenschappers pleiten deze begrippen te laten varen omdat ze te veel uiteenlopende zaken samenvoegen, is het taalgebruik diep ingebakken en blijft het moeilijk los te laten.
Oorspronkelijk draaide het onderscheid vooral om sociaaleconomische vragen: voorstanders van staatelijk ingrijpen en behartiging van lagere klassen werden links genoemd; voorstanders van marktvrijheid heetten rechts. Sindsdien verschoof en verbreedde het debat: op zedelijke thema’s (huwelijk, abortus, transgendervraagstukken) staat rechts vaker conservatief en links progressief; op orde en bestuur betekent rechts meestal een harde aanpak en waardering voor daadkrachtige leiders, links hecht aan burgerrechten en democratisering; in buitenlandse politiek toont links meer kosmopolitisme terwijl rechts nationaler en defensiegerichter is; en bij milieu/klimaat ligt de nadruk vaker links. Daardoor ontstaan kruisingen: partijen of politici kunnen links zijn op het ene terrein en rechts op het andere.
Die pluriformiteit maakt de labels beperkt bruikbaar. Antisemitisme bijvoorbeeld werd traditioneel met rechts geassocieerd, maar treedt ook aan de linkerzijde op. Daarom geven ’links’ en ’rechts’ vooral een globale oriëntering in het politieke landschap, niet een eenduidige inhoudelijke samenhang. Men onderscheidt gradaties — van uiterst links tot extreemrechts — en een politiek midden bestaat ook.
De auteur, oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad en zichzelf schikkend tot de rechterflank van de gereformeerde gezindte, merkt op dat ’rechts’ voor hem vaak positief klinkt, maar waarschuwt dat politieke rechtse etikettering niet automatisch morele of christelijke aanvaardbaarheid betekent. Partijen als PVV, VVD of JA21 kunnen als (uiterst)rechts worden bestempeld zonder daarom door hem te worden goedgekeurd; toetsing aan Gods Woord blijft beslissend. Kortom: handzaam als richtsnoer, maar kritisch bekijken per beleidsterrein is noodzakelijk.