Rechts heeft wel kiezers, maar geen strategisch benul. En dus is elke uitslag op 29 oktober een overwinning voor Bontenbal, Timmermans en Jetten  

dinsdag, 21 oktober 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

In Nederland richt het grootste gevaar voor rechtse kiezers zich vaak niet tegen links, maar tegen henzelf: fragmentatie, interne ruzies en afsplitsingen maken rechts minder effectief dan centrumlinks. Dat is de kern van het betoog, waarin voorbeelden van de afgelopen decennia laten zien dat linkse en centrumpartijen juist regelmatig kiezen voor fusies en pragmatische samenwerking, terwijl rechts vaker instabiel en versnipperd raakt.

Linkse/centristische pragmatiek: fusies en samenwerking
- Het CDA ontstond in 1980 uit het samengaan van meerdere christelijke partijen (KVP, ARP, CHU) als antwoord op ontkerkelijking: een tactische bundeling om relevant te blijven.
- De ChristenUnie (2000) was een fusie van GPV en RPF; klein maar capabel genoeg om zich als coalitiepartner te profileren in Balkenende- en Rutte-kabinetten.
- GroenLinks en PvdA hebben ook samenwerkingsgeschiedenis: de PvdA is terug te voeren op partijen die in 1946 samenvloeiden, GroenLinks ontstond in 1990 uit vier linkse splinters; na tegenvallende verkiezingsresultaten in 2021 startten PvdA en GroenLinks een samenwerkingsproces.
Deze partijen tonen bereidheid om eigenbelang ondergeschikt te maken aan grotere strategische doelen en sluiten elkaar niet structureel uit als mogelijke coalitiepartners — ook niet na eerdere breuken.

Rechts: splijtzwam en instabiliteit
- De LPF (2002) scoorde bij de debuutverkiezingen hoog, maar viel snel uiteen en verdween van het politieke toneel.
- Geert Wilders richtte de PVV op in 2006; ook daar waren vroege afsplitsingen (o.a. Hero Brinkman, Bontes/van Klaveren) die nieuwe, vaak kansloze formaties opleverden.
- Rita Verdonk leverde in 2006 veel voorkeurstemmen, maar haar partij Trots op Nederland strandde op interne conflicten en lage scores in 2010.
- Forum voor Democratie won provinciale verkiezingen in 2019 maar leed daarna aan massale afvallers; een groot deel sloot zich aan bij nieuwe rechts-conservatieve initiatieven als JA21 en BVNL.
- BBB boekte in 2023 provinciale winst, maar kampte vervolgens ook met interne verliezen en in de peilingen is de partij sindsdien geslonken.
- Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt schoot in 2023 kortstondig hoog in de peilingen maar implodeerde eveneens voor de eerstvolgende verkiezingen.
Deze reeks laat zien dat rechtse initiatieven vaak krachtig beginnen maar door organisatorische onenigheid en leiderschapsconflicten snel verzwakken.

Strategische consequenties
Waar centrumlinks en christendemocraten concessies en coalitieopties als handelswaar zien, geldt op rechts vaak een cultuur van uitsluiting: voorbeelden hiervan zijn de VVD’s langdurige afwijzing van samenwerking met de PVV na kabinetvallen. Zulke principiële ‘neen’ stuwen centrumlinkse leiders als Henri Bontenbal, Frans Timmermans en Rob Jetten in de kaart, omdat ze daarmee het speelveld openen en makkelijker meerderheden kunnen vormen. De boodschap is dat politieke slimheid op links/centrum vaker samengaat met organisatorische samenhang, terwijl rechts zich zelf verzwakt door ego’s, splinters en gebrek aan bestuurlijke discipline.

Slotgedachte
De Nederlandse politieke geschiedenis van de afgelopen twintig jaar levert tal van casussen waarmee een politicoloog — binnenlands of internationaal — de paradox zou kunnen onderzoeken: waarom zijn rechts-populistische en conservatieve projecten in Nederland vaak tanende of kortstondige fenomenen, terwijl fusies en coalitiegezindheid aan de andere kant voor meer continuïteit en invloed zorgen?