Rechter wijst verzoek om negende prikronde stil te leggen af: 'Uiterst teleurstellend'
In dit artikel:
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van stichting VoorWaarheid om de negende prikronde te stoppen afgewezen. Jurist Jacob van der Veer, die de stichting in de zaak vertegenwoordigde, noemde twee positieve punten: de rechtbank erkende dat er een spoedeisend belang kan bestaan wanneer de volksgezondheid ter discussie staat, en dat de stichting als belanghebbende kan optreden omdat zij zich richt op de bescherming van de volksgezondheid binnen de democratische rechtsorde.
Van der Veer is desalniettemin kritisch over de manier waarop de rechter de zaak beoordeelde; hij vindt dat de toetsing te oppervlakkig was. Volgens hem hoort bij medische interventies het voorzorgsbeginsel en moet de veiligheid van middelen vrijwel onbetwistbaar zijn — bij enige twijfel zouden ze van de markt moeten worden gehaald. De rechter oordeelde dat er geen bewijs is dat de periodieke veiligheidsrapportages van de EMA‑commissie PRAC onzorgvuldig zijn opgesteld.
Van der Veer hervatte echter dat zo’n conclusie alleen verantwoord is als de achterliggende nut‑risico‑berekeningen openbaar en controleerbaar zijn; zonder inzicht in die berekeningen kan een rechtelijke beoordeling niet goed stoelen op deskundigenadviezen. Hij wijst er ook op dat de relatief hoge aantallen gemelde ernstige bijwerkingen reden tot zorg zouden moeten zijn.