Rechter ontneemt Pegida-voorman het woord in rechtszaak

In dit artikel:

Edwin Wagensveld, leider van anti-islambeweging Pegida, mocht donderdag in Arnhem niet spreken bij het gerechtshof over het hoger beroep rond het geweldsincident van 13 januari 2024 op het Jansplein. Toen Wagensveld daar een koran wilde verbranden en brandbare vloeistof over het boek goot, escaleerde een tegendemonstratie; de menigte probeerde door een politiecordon te breken en er ontstonden vechtpartijen waarbij tien mensen werden aangehouden.

Het hof behandelde het hoger beroep van twee van de destijds veroordeelde verdachten; vorig jaar kregen betrokkenen taakstraffen van honderd uur en twee weken voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. De twee appellanten waren niet aanwezig, hun advocaten wel. Een 32-jarige Arnhemmer vroeg strafverlaging en voerde aan dat hij bij zijn aanhouding zo hard op de grond was gewerkt dat hij een schedelfractuur opliep. De 40-jarige verdachte ontkende geweld te hebben gebruikt en verklaarde dat hij op het plein was omdat zijn broers er waren; hij begreep het verwijzingsbevel niet goed vanwege gebrekkig Nederlands. De officier van justitie vroeg dat de oorspronkelijke straffen gehandhaafd zouden blijven.

Wagensveld had zich als benadeelde partij gemeld maar daarna zijn eis tot schadevergoeding ingetrokken omdat hij niet zijn hotelrekeningen en daarmee zijn verblijfspatroon openbaar wilde maken. Daardoor verloor hij volgens de rechter het recht om in de rechtszaal te spreken en werd zijn poging om de verklaringen van de verdachten toe te spreken afgewezen. Na de zitting vertrok Wagensveld rumoerig richting Airborneplein. De uitspraak van het gerechtshof volgt op 28 augustus.