Rechter in Californië: President Trump overtreedt wet met inzet Nationale Garde
In dit artikel:
President Trump stuurde deze zomer Nationale Garde-troepen naar Los Angeles en eerder naar Washington om op te treden bij protesten tegen uitzettingen en om volgens hem de openbare orde te herstellen. In Los Angeles liepen wekenlang militairen in camouflage door de binnenstad; de rechter stelde vast dat zij betrokken waren bij arrestaties, inbeslagnames en verhoren. Federale rechter Charles R. Breyer oordeelde echter dat er geen sprake was van een opstand en dat lokale autoriteiten voldoende capaciteit hadden om de rust te handhaven. Omdat gouverneur Gavin Newsom geen verzoek om militaire bijstand had gedaan, stelde Breyer dat de president de gebruikelijke procedure had gepasseerd; Newsom had daarom een zaak aangespannen en kreeg gelijk.
Breyer bekritiseerde verder het gebruik van mariniers en reservisten als een soort “nationale politiemacht” onder leiding van de president, en wees op lange bestaande wetgeving die inzet van het leger tegen eigen burgers beperkt (denk aan regels vergelijkbaar met de Posse Comitatus-principes). De rechter eist niet dat de ongeveer 300 gardisten direct vertrekken, mits zij zich beperken tot het bewaken van federale gebouwen. De uitspraak geldt alleen voor Californië en de uitvoering is tot 12 september opgeschort, zodat Trump kan appelleren.
Het vonnis roept vragen op over Trumps geplande inzet in Chicago: hij herhaalde zijn voornemen en noemde de stad “de gevaarlijkste stad op aarde”, terwijl het Pentagon een snelle uitrol overweegt. In Chicago gingen maandag duizenden mensen de straat op uit onvrede; burgemeester Brandon Johnson veroordeelde het plan als het vormen van een geheime politiemacht. De inzet van gardisten is sterk gepolariseerd: een Reuters/Ipsos-peiling toont dat 80% van de Democraten tegen was in Washington, tegenover 76% steun onder Republikeinen; ook oud-vicepresident Mike Pence steunt Trumps maatregelen.