Rechter geeft Van Haga deels gelijk: communicatie over avondklok moet openbaar
In dit artikel:
De rechtbank heeft de partij BVNL, geleid door oud-Kamerlid Wybren van Haga, deels in het gelijk gesteld in een geschil met het ministerie van Algemene Zaken over de openbaarheid van informatie rond de invoering van de avondklok tijdens de coronacrisis en de zogeheten OMT-tapes. De rechter oordeelde dat het ministerie onvoldoende heeft verklaard waarom bepaalde gegevens niet zijn gevonden of zijn achtergehouden, onder meer door afzenders van e-mails niet anoniem te laten en de communicatie met de landsadvocaat alsnog openbaar te maken. Dit laatste is een unieke uitspraak, volgens Van Haga een "enorm succes," omdat zulke communicatie nooit eerder verplicht openbaar gemaakt hoefde te worden.
Het ministerie krijgt nu zes weken de tijd om de gevraagde documenten, inclusief de correspondentie met de landsadvocaat, aan te leveren. Echter, de rechtbank wees het verzoek van BVNL af om ook de originele opnames van het Outbreak Management Team vrij te geven, omdat de inhoud daarvan al grotendeels via samenvattingen bekend is. Van Haga noemt dit oordeel onlogisch en betreurt dat het overleg als vertrouwelijk blijft, zonder dat de staat duidelijk maakt waarom dit belangrijk is.
Vanwege deze afwijzing stapt BVNL in hoger beroep bij het gerechtshof. Van Haga benadrukt dat als er niets te verbergen is over het coronabeleid, de overheid niet zo terughoudend zou moeten zijn, en pleit voor volledige transparantie richting de burger. Deze zaak speelt zich af binnen het bredere debat over openheid van overheidsinformatie en hoe crises zoals de coronapandemie worden verantwoord tegenover de samenleving.