Rechter blokkeert boerenhulp aan grutto

In dit artikel:

Friesland mag niet langer steenmarters vangen, terwijl die maatregel juist aantoonbaar heeft bijgedragen aan het beschermen van gruttonesten. Sinds 2017 liep in de provincie een kleinschalige proef in 21 kerngebieden: boeren en vrijwilligers legden met camera’s vast waar steenmarters veel nesten aantastten, waarna de provincie ontheffingen gaf om gericht te vangen. De proef liet opvallende resultaten zien: in 2022 steeg het percentage uitgekomen nesten van 28% naar 78%.

De dierenbeschermingsstichting Fauna4Life stapte naar de rechter en liet de ontheffingen vernietigen. De rechtbank erkende dat het vangen van steenmarters het nestsucces en de overleving van weidevogels vergroot, maar oordeelde dat de provincie bij het verlenen van vergunningen niet aan al haar eigen voorwaarden had voldaan. In elf gebieden ontbraken de vereiste oppervlakten kuikenland en kruidenrijk grasland per gruttopaar; sommige gebieden waren kleiner dan de voorgeschreven 250 hectare en voldeden niet aan de norm van tien gruttoparen per 100 hectare. Daarnaast kon de provincie niet overtuigend aantonen dat het gevangengenomen aantal martens (tot 429) strikt noodzakelijk was, zoals de Wet natuurbescherming vereist.

De juridische afwijzing richt zich hiermee meer op procedurele en numerieke motivering dan op de effectiviteit van de maatregel. Voor boeren, terreinbeheerders en vrijwilligers voelt het uitspraak als een klap: jarenlang geïnvesteerde tijd en middelen in weidevogelbescherming lijken tenietgedaan. De uitspraak valt terwijl de Europese Commissie Nederland juist oproept meer te doen voor de grutto. Zonder vangacties dreigen predatieproblemen terug te keren en komt de toekomst van de grutto in deze gebieden opnieuw onder druk te staan.