Rechter beslist: Duitse overheid moet Afghaanse familie van 14 visum geven
In dit artikel:
Een bestuursrechter in Berlijn heeft bepaald dat de Duitse overheid een Afghaanse vrouw en haar dertien familieleden alsnog moet toelaten tot Duitsland, op grond van een eerdere toezegging vanuit een speciaal opvangprogramma voor ‘bijzonder kwetsbare Afghanen’. Deze toezegging, gedaan door de Duitse regering na de machtsgreep van de Taliban in 2021, is volgens de rechtbank juridisch bindend en kan niet worden ingetrokken, ondanks dat de huidige regering het programma in mei 2025 stopzette. De familie verblijft momenteel in Pakistan en dreigt te worden uitgezet, waardoor het ministerie van Buitenlandse Zaken nu verplicht is snel te handelen.
De rechtbank erkent dat de familie een reëel gevaar loopt bij terugkeer naar Afghanistan, en er zijn geen veiligheidsbedenkingen tegen de visumaanvragers. Deze uitspraak kan precedentwerking hebben voor duizenden andere Afghanen die in vergelijkbare omstandigheden wachten op toelating. Volgens recente cijfers wachten 2.400 Afghanen met bevestigde visumstatus in Pakistan op toegang tot Duitsland, een situatie waar organisaties als ‘Kabul Luftbrücke’ zich via juridische stappen voor inzetten.
Eerder heeft deze rechtbank ook geoordeeld dat het weigeren van vluchtelingen bij de Duitse grens, zoals Somalische asielzoekers die via Polen proberen binnen te komen, onwettig is. De jurisprudentie benadrukt daarmee de rechten van kwetsbare groepen en zet druk op de Duitse overheid om eerdere opvangbeloften na te komen. Het is nog onduidelijk of de Duitse regering in hoger beroep gaat tegen deze uitspraak en of andere rechters deze lijn zullen volgen.