Rechtbank wil alles over FIOD-werkwijze weten in mondkapjeszaak

In dit artikel:

De rechtbank in Rotterdam vraagt aanvullende informatie over het onderzoek van de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) in de strafzaak tegen Sywert van Lienden en zijn voormalige zakenpartners Camille van Gestel en Bernd Damme. Het Openbaar Ministerie moet de interne FIOD‑journaals aanleveren met details over de zoektermen die zijn gebruikt bij het doorzoeken van twee laptops die in februari 2022 bij Van Lienden zijn ingevorderd, en over de werkwijze van de veertien betrokken rechercheurs. Van Lienden stelt dat zijn laptops vertrouwelijke correspondentie met advocaten bevatten: "Elke derde mail betrof geheimhoudersinformatie", zei hij in de zittingszaal, en beroept zich op verschoningsrecht.

Tijdens de vierde zitting sinds de zaak in december begon, oordeelde de rechtbank dat het meest recente FIOD‑verslag te summier is; rechercheurs herinneren zich weinig zoektermen. Als het dossier onduidelijk blijft, overweegt de rechter een of twee leidinggevenden van het opsporingsteam ter zitting te horen.

De drie ex-bestuurders van Stichting Hulptroepen Alliantie (SHA) worden in Rotterdam vervolgd voor onder meer oplichting, verduistering, valsheid in geschrifte en witwassen naar aanleiding van miljoenenwinsten bij de verkoop van mondkapjes via commerciële Relief Goods Alliance (RGA) in plaats van via de stichting. In Amsterdam werd civiel al bepaald dat zij €20,7 miljoen moeten terugbetalen; dat vonnis loopt in hoger beroep. De strafzaak zet zich volgend jaar voort met getuigenverhoren achter gesloten deuren bij de onderzoeksrechter; een regiezitting staat gepland voor september 2026, waar de verdediging onderzoekswensen kan indienen. Van Lienden kondigde aan een "berg" verzoeken te hebben; een datum voor inhoudelijke behandeling is nog niet vastgesteld.