Rechtbank verbiedt inzet Nationale Garde in Chicago
In dit artikel:
Een federale rechter in Chicago heeft de Amerikaanse regering onder president Trump tijdelijk verboden troepen van de Nationale Garde onder federaal bevel in Illinois in te zetten. Het bevel, dat in eerste instantie twee weken geldt, kwam nadat de rechtbank concludeerde dat er geen bewijs is voor een "gevaar voor opstand" in de staat. Rechter April Perry bekritiseerde ook de aanpak van het ministerie van Binnenlandse Veiligheid en noemde de voorstelling van de protesten onbetrouwbaar.
De inzet was bedoeld om federale ambtenaren, zoals medewerkers van immigratiedienst ICE, en federale eigendommen te beschermen tijdens protesten tegen recente invallen. Washington had honderden gardeleden naar de regio gestuurd — ongeveer 500, afkomstig uit Illinois en Texas — en enkele waren al op patrouille rond een ICE-faciliteit nabij Chicago. De stad Chicago en de staat Illinois hadden een rechtszaak aangespannen om de terugtrekking van de troepen af te dwingen; vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie Christopher Wells waarschuwde voor een constitutionele crisis.
Normaal valt de Nationale Garde onder plaatselijke gouverneurs en wordt zij ingezet bij rampen of onrust; alleen in oorlogstijd of bij nationale noodsituaties neemt de president doorgaans het bevel over. De rechterlijke uitspraak vormt een tijdelijke juridische nederlaag voor de regering-Trump en belemmert directe federalisering van garde-eenheden in Illinois zolang het verbod van kracht is.