Rebecca ging van het vmbo naar het behalen van master: 'Had eigenlijk nooit geleerd hoe je moest leren'
In dit artikel:
Rebecca (28) groeide op in een Fries dorp waar haar gezin door buren als kwetsbaar werd beschouwd: haar vader kreeg al vroeg zware psychische klachten en haar moeder heeft een Nieuw-Zeelands verleden. Die thuissituatie liet sporen na. Op de basisschool kreeg Rebecca het laagste vmbo-advies; in groep 7 ontwikkelde ze een eetstoornis en ze miste daardoor veel van groep 8.
Na het vmbo volgde ze een mbo-opleiding via de landmacht, werd personal trainer en ontdekte daar voor het eerst belangstelling voor theoretische vragen. Ze stapte door naar hbo-biologie, maar de overgang was lastig: het mbo had haar vooral praktische vaardigheden bijgebracht, terwijl op het hbo veel schriftelijk en zelfstandig werk verwacht werd. Daardoor moest ze veel vakken herkansen en extra vakken volgen die havoleerlingen niet hoefden te doen. Haar broers, sterk in bètavakken, gaven bijles en boden steun, maar in haar laatste hbo-jaar overleed haar vader, wat extra vertraging gaf.
Na een onzekere tussenperiode — met tijdelijke baantjes en zelftwijfel — besloot Rebecca haar studie voort te zetten en begon aan een master plantenwetenschappen in Wageningen. De universiteitsfase bleek intens: leerstof kwam snel, begeleiding was minder direct dan op het hbo, en zij legde zichzelf enorme prestatiedruk op. Dat leidde tot een burn-out; ze zegt dat ze “ver over mijn grenzen heengegaan” is, belandde op antidepressiva en kreeg veel steun van haar partner, die dezelfde studie deed. Haar huisarts raadde aan afstand te nemen en aan haar gezondheid te denken.
Vorige jaar behaalde Rebecca alsnog haar master, maar de verwachte euforie bleef uit: de diplomering voelde meer als een afronding dan als overwinning. Ze reflecteert dat minder hard van zichzelf vragen, relativeren of een studiejaar extra nemen niet per se falen is — en vergelijkt de Nederlandse situatie met de Amerikaanse waar hoge collegekosten extra druk kunnen geven. Inmiddels werkt ze in interieurbeplanting, een functie die feitelijk met een mbo-diploma te vervullen is; voorlopig is dat een bewuste keuze na jaren van overbelasting.
Rebecca noemt zichzelf een laatbloeier en benadrukt dat een papiertje niet alles zegt. Zelfacceptatie en het leren bewaken van grenzen vindt ze belangrijker dan permanente vergelijking met anderen. Haar familie liet zien dat studieren mogelijk is op verschillende leeftijden: beide broers behaalden universitaire masters en haar moeder voltooide op 55‑jarige leeftijd een master in psycho‑neuro‑endocrinologie.
De krant koppelt haar verhaal aan praktische informatie voor voortrekkerende scholieren: de komende maanden vinden verspreid over Nederland studiekeuze- en onderwijsbeurzen plaats waar mbo‑, hbo‑ en universitaire opties en advies beschikbaar zijn.