Ray Fuego ving zijn drugsverleden in poëzie: 'Ik ben de Bijlmer, net zoals Jay Z New York is'

dinsdag, 9 september 2025 (09:48) - Het Parool

In dit artikel:

Ray Fuego (29, geboren als Rayvel Pieternella) — bekend als frontman van hiphopcollectief Smib en als leadzanger van punkband Ploegendienst — debuteert als dichter met Bolo di entropia. De bundel, geschreven tussen 2020 en 2024 en opgebouwd uit drie delen (Amsterdam, Curaçao, weer Amsterdam), schetst een rauwe transitie van zelfdestructie naar herstel: in het eerste deel staan drugsverslaving en diepe angsten centraal, het Curaçao-deel markeert het moment waarop hij besloot te stoppen met middelengebruik en het leven om te gooien.

Fuego vertelt dat hij recentelijk rust vond op Curaçao en terugkeert met meer geduld, liefde en minder angst. Zijn schrijfsels ontstonden vaak in notitieboekjes die hij altijd bij zich droeg — tijdens afterparty’s of in een hoekje als praten te veel was — en fungeren voor hem als geheugensteun: bij het teruglezen herinnert hij precies wanneer en waar een gedicht is ontstaan. Hoewel de ervaringen die hij beschrijft pijnlijk waren, schrikt hij er ook van hoe „mooi” hij het „lelijke” wist op te schrijven; de chaos krijgt in zijn werk een esthetische laag zonder de ernst te verdoezelen.

Dichten biedt Fuego een andere vrijheid dan muziek: los van maat en kaders kan hij ruimer en directer formuleren dan in zangteksten. Poetiek is voor hem geen nieuwe liefde — het begon al op de basisschool, geïnspireerd door bijvoorbeeld Roald Dahl — maar ontwikkelde zich via rap en punk tot deze bundel. Hij reflecteert kritisch op zijn generatie en de rol van social media: hij ziet veel conformiteit en een drang naar validatie, terwijl hij zichzelf als iemand die afwijkt van de massa profileert. Tegelijk erkent hij zijn eigen plek binnen die cultuur en noemt discipline de manier om door te blijven groeien.

Identiteit en afkomst blijven belangrijke thema’s. Fuego noemt zich verbonden met de Bijlmer — Smib verwijst expliciet naar die herkomst — maar weigert terug te keren: gentrificatie heeft de buurt veranderd en maakt wonen daar onbetaalbaar voor oorspronkelijke bewoners. Hij omschrijft zichzelf als „city boy” die reuring nodig heeft om zich te kunnen verliezen in de menigte.

Hoewel hij zichzelf niet primair als activist ziet, gebruikt hij zijn platform wel om aandacht te vragen voor bredere maatschappelijke kwesties. Hij hoopt dat zijn bundel kan inspireren: verandering begint in de geest, en inspiratie is volgens hem een eerste stap naar collectieve actie. Ook in zijn persoonlijke levensstijl is verandering zichtbaar — recente discipline-oefeningen zoals één maaltijd per dag illustreren een bewuste zoektocht naar controle en herstel.