Rapport bevestigt fouten Secret Service bij moordaanslag op Donald Trump
In dit artikel:
Een recent rapport van de Secret Service onthult ernstige tekortkomingen in de beveiliging van Donald Trump, die op 13 juli tijdens een campagne-evenement in Butler, Pennsylvania, werd beschoten. De schutter, gelegen op minder dan 150 meter afstand, veroorzaakte verwondingen aan Trumps rechteroor.
Communicatieproblemen met de lokale politie speelden een cruciale rol in de vertraagde reactie van de Secret Service, die verantwoordelijk is voor Trumps bescherming. Volgens het rapport was de omvang van het evenement een bijkomend veiligheidsrisico en werd er onvoldoende samengewerkt met de lokale autoriteiten. Hierdoor ontbrak er bijvoorbeeld politie op het dak van waaruit de schutter schoot, terwijl een tactisch team wel aanwezig was op een andere verdieping.
De directeur van de Secret Service nam verantwoordelijkheid voor de 'gebrekkige beveiliging' en trad af. Ronald Rowe Jr., de waarnemend directeur, benadrukt het belang van het leren van deze gemaakte fouten om herhaling te voorkomen. Het rapport vermeldt ook dat het gebrek aan adequate kennis over de aanwezige lokale politie en het ontbreken van extra beveiligingsmaatregelen voorafgaand aan het evenement bijdroegen aan de mislukte bescherming.
Het rapport identificeert niet specifiek de verantwoordelijken voor deze misstanden, maar het is bekend dat vijf agenten aangepaste diensten hebben ontvangen. De interim-directeur pleit voor veranderingen in de aanpak van de Secret Service in de bescherming van overheidsfunctionarissen, vooral na deze en andere recente incidenten.