Racisme in het jeugdvoetbal: 'De eerstvolgende keer stappen we van het veld'
In dit artikel:
Ibrahim, 15-16 jaar en spits bij de JO17-1 van Alexandria '66 in Rotterdam, vertelt dat hij het afgelopen seizoen meerdere keren racistisch is bejegend tijdens wedstrijden: van een tegenstander die riep dat hij "terug moest naar Marokko" tot een toeschouwer die hem bestempelde als "fietsendief". Ook teamgenoot Milas (Turks-Nederlands) en anderen ervaren regelmatig beledigingen van tegenstanders en soms van oudere toeschouwers. Voor sommige spelers geldt dat racistische opmerkingen samengaan met vooroordelen over hun leefstijl, terwijl zij juist veel sporten en discipline hebben.
De selectie telt 23 jongens met uiteenlopende achtergronden — Nederlandse, Surinaamse, Antilliaanse, Marokkaanse, Turkse en Colombiaanse roots — en vormt ondanks verschillen een hechte groep rond trainer Kevin en assistent Yusuf. Discriminatie komt voor hen vaak voor, direct of indirect; soms is het volgens spelers minder ideologisch en meer een uiting van voetbalwoede: een harde tackle leidt snel tot scheldwoorden. Ibtissam, speelster bij Elinkwijk O20, omschrijft dat als "discriminatie uit frustratie". Maar er zijn ook ernstiger incidenten: bij sommige clubs zonder diversiteit werden moeders met hoofddoek bekogeld met plastic flesjes.
Spelers en begeleiders benadrukken dat reageren met geweld geen oplossing is. Ryan, nu in JO19-2 van FC Abcoude, raakte eerder verwikkeld in een vechtpartij en werd — net als de tegenstander — geschorst; later volgde bemiddeling met trainers en ouders. De ervaring heeft hen geleerd woede onder controle te houden, maar de grens is bereikt: trainer Kevin heeft met zijn team afgesproken dat als een speler dit seizoen opnieuw racistisch wordt bejegend, het hele elftal van het veld stapt als protest.
Trainers zoals Achmed maken zich zorgen over de toegenomen maatschappelijke spanningen en vragen zich af of het alleen maar erger zal worden. Sommige (voor)namen in het artikel zijn op verzoek van spelers gewijzigd.