Raad van State bemoeit zich weer, maar Rekenkamer heeft gelijk: Miljoenennota is sprookjesboek
In dit artikel:
De Algemene Rekenkamer concludeert dat de Miljoenennota 2026 van het demissionaire kabinet‑Schoof op Prinsjesdag vooral schijnzekerheid biedt: de begroting oogt “op orde”, maar steunt volgens de Rekenkamer op onbewezen aannames en verschuivingen die gaten achterlaten. Cruciale bezuinigingen zijn onvoldoende onderbouwd, terwijl lasten zoals asielopvang en vermeende kortingen op EU‑afdrachten op papier verdwijnen zonder concrete aanwijzingen dat die uitgaven daadwerkelijk afnemen.
Een opvallend voorbeeld: de raming voor asielopvang valt van 4 miljard in 2026 terug naar 1 miljard in 2027, puur op basis van de verwachting dat minder mensen zullen binnenkomen — een verwachting die niet door data of signalen wordt ondersteund en bovendien botst met wetgeving die gemeenten verplicht meer opvanglocaties te spreiden. Voor de EU rekent het kabinet alvast met 1,6 miljard minder afdrachten, terwijl die korting nog niet is overeengekomen met Brussel.
Daarnaast gebruikt het kabinet ‘kasschuiven’: grote uitgaven worden doorgeschoven naar latere jaren, waardoor 2026 er op papier beter uitziet maar de volgende regering de rekening krijgt. Ook ontbreekt in de begroting de uitvoering van de NAVO‑afspraak om structureel 19 miljard per jaar aan defensie te besteden. De Rekenkamer waarschuwt dat burgers uiteindelijk zullen opdraaien voor deze gaten via hogere belastingen of nieuwe bezuinigingen. De Raad van State mengt zich nog met politiek getinte kritiek, waardoor het geheel als kneedbaar begrotingswerk overkomt in plaats van solide financieel beleid.