PVV stapt uit dagelijks bestuur Tweede Kamer, wil extra onderzoek affaire-Arib

In dit artikel:

PVV-Tweede Kamerlid Gidi Markuszower stapt tijdelijk terug uit het Presidium, het dagelijks bestuur van de Kamer, vanwege de controverse rondom oud-Kamervoorzitter Khadija Arib en de rol van D66-Kamervoorzitter Vera Bergkamp en topambtenaren in deze zaak. De PVV dringt aan op een nieuw onderzoek naar de lekken binnen het oorspronkelijk onderzoek naar Arib, omdat besloten werd om te onderzoeken of er sprake was van een onveilige werkomgeving en machtsmisbruik. Het lek, waarbij vertrouwelijke informatie via NRC naar buiten kwam voordat Arib op de hoogte was, is nog altijd onopgelost. Hoewel een woordvoerder eerder als verdachte werd gezien, is zij recentelijk vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Daarnaast roept Bergkamps handelen, zoals het verwijderen van berichten met ambtenaren, vragen op.

Tijdens een extra vergadering van het Presidium, dat verantwoordelijk is voor de dagelijkse leiding en procedures van de Kamer, duurde de bespreking ruim tweeënhalf uur, maar er was nog geen consensus over het vervolg. Veel betrokkenen lijken te neigen naar het beëindigen van de kwestie zonder verdere escalatie. Markuszower stuurde na deze bijeenkomst een bericht aan de overige leden waarin hij zijn vertrek aankondigde en aandrong op een debat over de hele affaire. Dit is opmerkelijk aangezien het niet eerder is voorgekomen dat de grootste fractie zich terugtrekt uit het Kamerbestuur. Hoewel Markuszower voorlopig stopt, sluit hij niet uit dat hij of een andere PVV’er later terugkeert.

Volgens politiek verslaggever Fons Lambie toont de situatie verdeeldheid binnen het Presidium en zet de stap van de PVV de huidige Kamervoorzitter Martin Bosma – die ook PVV-lid is – onder druk. Bosma zal naar verwachting de beslissing moeten nemen over een eventueel nieuw onderzoek, waarbij ook zijn eigen rol in de periode van Bergkamp mogelijk onder de loep komt. De affaire blijft daarmee een gevoelig politiek dossier met onduidelijke uitkomst, waarin de interne Kamerleiding onder druk staat.