PvdD'ers vliegen elkaar in de haren over defensiebudgetten

In dit artikel:

Binnen de Partij voor de Dieren (PvdD) rijst interne onenigheid over de koers ten aanzien van defensie. Terwijl de fractie in de Tweede Kamer recent besloot dat investeringen in militaire verdediging noodzakelijk zijn om Nederland en Europa te beschermen, gaat deze verschuiving niet overal op enthousiasme rekenen. Met name de Eerste Kamerfractie, vertegenwoordigd door partijoprichter Nico Koffeman, wil vasthouden aan de oorspronkelijke antimilitaristische uitgangspunten. Oud-partijleider Marianne Thieme betitelde de nieuwe defensiekoers als „militaristische draai” die dicht bij kiezersbedrog ligt. Ook de jongerenafdeling van de partij houdt vast aan het principe dat vrede niet via wapens wordt bereikt, analoog aan het versterken van dierenwelzijn door het vermijden van vleesconsumptie. Over enkele maanden tijdens het partijkongres zal deze interne discussie vermoedelijk verder oplaaien.

Tegelijkertijd groeit binnen diverse overheidsinstanties, waaronder de Tweede Kamer, het aantal groepen die samenkomen voor het zogenaamde Rijksgebed. Dit informele initiatief brengt ambtenaren bij elkaar om op geregelde basis te reflecteren op de relatie tussen werk en geloof en gezamenlijk te bidden voor overheid en burgers. In de Tweede Kamer verzamelt een gemengde groep Kamerbewoners van uiteenlopende politieke achtergronden zich om de week, onder leiding van SGP-medewerker Ardjan Boersma. Hij benadrukt dat het Rijksgebed juist de politieke verschillen overstijgt en zorgt voor een waardevolle verbondenheid. De Tweede Kamer geniet momenteel reces, met een hervatting van het werk op dinsdag 13 mei. Deze ontwikkelingen illustreren zowel interne spanning binnen linkse partijen over militaire defensie als een groeiende behoefte aan geestelijke en onderlinge verbondenheid binnen de Haagse politiek.