Psychiater Esther van Fenema over dalende vaccinatiegraad: 'We moeten minder focussen op de prik en meer op de angst erachter'
In dit artikel:
Psychiater Esther van Fenema waarschuwt dat de dalende vaccinatiegraad in Nederland niet alleen een cijfersprobleem is, maar vooral een emotioneel probleem: “We moeten minder focussen op de prik en meer op de angst erachter.” Zowel het RIVM als huisartsen en consultatiebureaus merken dagelijks dat ouders twijfelen terwijl ze met een baby op schoot zitten.
Volgens Van Fenema ligt de kern van het probleem in gevoelens en overtuigingen: onzekerheid over bijwerkingen, wantrouwen jegens instanties, sociale media die angsten versterken en eerdere negatieve ervaringen met de gezondheidszorg. Als die onderliggende angst niet serieus wordt genomen, helpt informatie alleen vaak niet om ouders over de streep te trekken.
Praktische aanpakken die Van Fenema en deskundigen voorstaan richten zich daarom op luisteren en vertrouwen opbouwen: open gesprekken waarin ouders hun zorgen kunnen uiten, persoonlijke en empathische voorlichting, gebruik van motiverende gespreksvoering en inzet van vertrouwenspersonen in gemeenschappen. Ook heldere, transparante communicatie over risico’s en baten en het gemakkelijk maken van de toegang tot vaccinatie worden genoemd als belangrijke maatregelen.
Het risico van aanhoudende daling is concreet: lagere groepsimmuniteit en een grotere kans op uitbraken van ziekten die we tot nu toe goed konden voorkomen. Door de aandacht te verleggen van het prikmoment naar de achterliggende angsten, hopen zorgverleners de terughoudendheid te verminderen en het vertrouwen in het vaccinatieprogramma te herstellen.