Provincies geïrriteerd over uitblijven stikstofmaatregelen Rijk: 'Duurt te lang'
In dit artikel:
Provincies nemen steeds vaker zelf het voortouw om de stikstofcrisis aan te pakken nu landelijke maatregelen uitblijven. In de afgelopen weken en maanden hebben meerdere provincies concrete plannen gepresenteerd om de stikstofneerslag op kwetsbare natuur flink te verkleinen en zo het vastlopen van vergunningverlening voor bouw en infrastructuur op te lossen.
Voorbeelden: Gelderland overweegt bufferzones van 500 meter rond kwetsbare gebieden zoals de Veluwe; Zuid-Holland denkt aan een zone van 250 meter rond de Nieuwkoopse Plassen; Overijssel wil in drie of vier nog aan te wijzen gebieden starten met maatregelen. Doel is dat de neerslag daalt genoeg om het zogenoemde stikstofslot te openen en weer vergunningen te kunnen verstrekken.
De provincies voelen zich gedwongen omdat het Rijk volgens hen al langere tijd geen stappen zet. Een Overijsselse woordvoerder noemt dat ze “in de wachtstand” zitten; andere provincies benadrukken dat zij samenwerken waar landelijke politiek polariseert of tekortschiet. Tegelijk benadrukken provinciebesturen dat veel vergunningen en het herstel van natuurgebieden tot hun taken behoren, waardoor zij eveneens verantwoordelijkheid hebben om oplossingen te bieden.
Er zijn echter belangrijke beperkingen. Stikstof verplaatst zich over provincie- en landsgrenzen, waardoor alleen lokale maatregelen niet afdoende zijn; overkoepelend beleid en afspraken met buurlanden zijn nodig. Bovendien zijn de maatregelen duur: uitkoop van boeren dichtbij natuur en andere compensaties vragen om fors geld, waar provincies niet altijd over beschikken.
De financiële onzekerheid wordt vergroot doordat het eerder toegezegde 25 miljard euro-fonds van kabinet Rutte IV grotendeels is geschrapt door het demissionaire kabinet. Tot een nieuw kabinet is onduidelijk welk bedrag beschikbaar komt voor provinciale uitvoeringskosten.
Demissionair minister Femke Wiersma (Landbouw) werkt aan een zogenoemde rekenkundige ondergrens: een berekeningsmethode waardoor projecten met weinig stikstofemissie mogelijk geen natuurbeschermingsvergunning nodig hebben. Wiersma noemde snelle invoering hiervan “een hele klus”. Provincies waarschuwen dat zo’n grens ook kan leiden tot een toename van de totale stikstofdepositie omdat veel kleine bijdragen samen optellen; zij vragen dat de minister voorkomt dat de druk op de natuur toeneemt.
Kortom: provincies zetten lokaal in op zones en maatregelen om natuur te ontlasten en vergunningverlening mogelijk te maken, maar kampen met grensoverschrijdende effecten, forse kosten en onduidelijke landelijke steun. Zonder samenhangend nationaal en internationaal beleid en duidelijke financiering blijft het lastig om de stikstofcrisis structureel op te lossen.