Provincies: bouw van half miljoen woningen dreigt stil te vallen
In dit artikel:
Het Interprovinciaal Overleg (IPO) waarschuwt dat de bouw van zo’n 500.000 van de geplande bijna 1 miljoen woningen tot 2030 ernstig in gevaar komt. Via regionale woondeals was afgesproken bijna een miljoen huizen te realiseren; in de eerste drie jaren kwamen daarop circa 260.000 woningen, maar vorig jaar zakte de productie terug naar 84.000 terwijl die juist moest oplopen.
De belangrijkste knelpunten zijn stikstof en een overbelast elektriciteitsnet. Meer dan de helft van de nieuwbouw ligt binnen vijf kilometer van stikstofgevoelige natuur, wat vergunningverlening bemoeilijkt. Ook heeft bijna een derde van de plannen last van netcongestie; in Utrecht, Gelderland en Flevoland is de druk op het net zo groot dat een groot deel van de nieuwbouw in 2027 kan stilvallen. Financiële tekorten spelen mee: bij meer dan de helft van de projecten zijn de kosten hoger dan de opbrengsten (tekorten van circa €10.000–€35.000 per woning), vaak opgevangen door gemeenten. Daarnaast beperken woningcorporaties hun investeringscapaciteit en ontbreekt het gemeenten aan deskundig personeel.
Het IPO stelt dat provincies en gemeenten dit niet alleen kunnen oplossen en vraagt het Rijk om structureel extra middelen — jaarlijks minimaal €3–4 miljard, plus wetswijzigingen — om de bouwopgave haalbaar te houden. Liesbeth Grijsen (IPO) benadrukt dat echte doorbraken alleen samen met het Rijk mogelijk zijn.