Provinciebestuur Groningen ziet geen reden voor andere werkverdeling ondanks gepruts Pieterzijl en komst nieuwe BBB-gedeputeerde
In dit artikel:
In de provincie Groningen verandert de taakverdeling rond het gevoelige gas- en mijnbouwdossier voorlopig niet, ondanks een recente reeks fouten. Vorige week ontstond politieke onrust nadat de provincie een beroepschrift tegen het kabinetsbesluit om het gasveld Pieterzijl-Oost tot eind 2030 open te houden te laat indiende richting Raad van State. CDA en ChristenUnie eisten dat gedeputeerde Karin Dekker het dossier zou overdragen aan collega Susan Top, mede omdat er in het afgelopen halfjaar al drie vergelijkbare missers waren gebeurd. Dekker bood in een spoeddebat haar excuses aan.
Het college van Gedeputeerde Staten houdt echter vast aan de huidige scheiding: Dekker blijft verantwoordelijk voor de ondergrondse aspecten van de mijnbouw (waaronder ook zoutwinning en opslag van waterstof), terwijl Top het bovengrondse werk beheert — schadeherstel, versterkingswerk en het wederopbouwprogramma Nij Begun. BBB-gedeputeerde Leo Wenneger zegt dat de provincie organisatorisch is ingericht op deze tweedeling en dat specialistenteams voor beide terreinen gevormd zijn; samenvoegen wordt daarom niet als verstandig gezien.
Wel liet het college onderzoeken of de ambtelijke organisatie moet veranderen om nieuwe fouten te voorkomen. Oud-topambtenaar Simon Sibma kreeg opdracht om deze maand advies te geven; zijn bevindingen kunnen alsnog leiden tot herverdeling van taken. Daarnaast heeft de provincie een nieuwe BBB-gedeputeerde: Marjan van Dijken neemt het portefeuilles van voorganger Gouke Moes over (energiebeleid, defensie en sport). Die overdracht brengt voorlopig geen extra wijzigingen met zich mee, onder meer om Van Dijken de tijd te geven haar taken eigen te maken.
Kortom: politieke druk en een zwakke uitvoeringsfout hebben discussie opgeroepen over verantwoordelijkheid, maar tot nader onderzoek blijft het mijnbouwdossier verdeeld over twee bestuurders.