Provincie wil stoppen met subsidieslurpende Waterbus: 'Waarom zouden we dit betalen?'
In dit artikel:
De populaire watertaxi-verbinding van de Erasmusbrug naar de molens van Kinderdijk blijkt een enorme financiële last voor de provincie Zuid-Holland: van elk kaartje van ongeveer 5 euro betaalt de provincie circa 25 euro extra. Omdat exploitant Aqualiner opnieuw een tekort heeft (ongeveer 5 miljoen euro) en verdere bijsturing door de provincie mogelijk ongeoorloofde staatssteun zou zijn, vraagt de provincie deze week elf gemeenten langs de routes om mee te betalen. Rotterdam heeft al laten weten niet te willen meebetalen.
Het provinciebestuur heeft in principe besloten twee routelijnen te schrappen: Rotterdam–Kinderdijk en Dordrecht–Sliedrecht — de minst rendabele trajecten. Regionaal maken ruim een miljoen reizigers jaarlijks gebruik van de waterbus, vooral tussen Rotterdam en Dordrecht; de toeristische verbinding naar Kinderdijk trok vorig jaar ongeveer 55.000 passagiers. Uit reizigersonderzoek blijkt hoge tevredenheid en lichte groei sinds de laagste coronaperiode, maar nog niet op het niveau van vóór corona. Veel reizigers stapten over op bus, trein, fiets of auto.
Financieel is de waterbus een dure vorm van openbaar vervoer: varen vergt veel energie, schepen zijn kapitaalintensief en er zijn altijd meerdere bemanningsleden aan boord. Gedeputeerde Frederik Zevenbergen benadrukte dat openbaar vervoer vaak met subsidie wordt ondersteund, maar dat de verhouding hier extreem is — volgens hem wordt zo’n negentig procent van de kosten gesubsidieerd. De provincie stelt dat het schrappen van lijnen nodig is om een faillissement van Aqualiner te voorkomen. Aqualiner (met scheepsbouwer Damen als aandeelhouder) zou zelf ook liever van de verplichting af zijn om op vaste tijden naar Kinderdijk te varen en denkt het traject mogelijk commercieel te kunnen exploiteren zonder die plicht.
De toekomst van de waterbus staat bovendien onder druk door technische en infrastructuurproblemen rond de vergroening van de vloot: nieuwe elektrische en hybride schepen hebben vertragingen en defecten gehad, en er kunnen geen extra laadstations worden geplaatst vanwege beperkingen in het elektriciteitsnet. Het lopende contract loopt tot 2030; de provincie noemt de toekomst ongewis en stelt dat de balans tussen recreatieve waarde voor toeristen en kosteneffectiviteit voor de regio opnieuw moet worden afgewogen.