Provincie Noord-Brabant duwt boeren het "sterfhuis" in
In dit artikel:
De provincie Noord‑Brabant verplichtte vorige week alle veehouders om vóór juli 2026 hun stallen aan te passen aan nieuwe emissie-eisen, wat in de praktijk vooral neerkomt op de aanschaf van luchtwassers. Veel boeren lopen echter vast omdat vergunningaanvragen bij de provincie maanden of zelfs jaren onbeantwoord blijven. Vaak wordt hen gevraagd de aanvraag in te trekken en alleen een melding van de voorgenomen aanpassing te doen — maar zo’n melding geeft geen bouw- of wijzigingsrecht. Zonder formele vergunning mogen er juridisch geen bouw- of installatiewerkzaamheden plaatsvinden en banken verstrekken op basis van een melding geen kredieten. Die combinatie plaatst agrariërs in een patstelling: ze kunnen niet aanpassen zonder vergunning, maar halen mogelijk de deadline niet en riskeren daardoor dwangsommen.
De frustratie mondde recent uit in een demonstratie van tientallen trekkers in Den Bosch. Farmers Defence Force-leider Mark van den Oever noemt de politieke beslissingen onpraktisch en beschuldigt bestuurders van gebrek aan agrarische kennis. Pluimveesectorvoorzitter Bart‑Jan Oplaat waarschuwt dat zo’n beleid een situatie creëert waarin vrijwel geen verbouwingen meer mogelijk zijn. FDF zegt dat dwangsommen al klaarliggen en kondigt nieuwe acties aan; een vervolgactie staat gepland op 12 december.
Ook de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) uit scherpe kritiek in een brief aan de provincie. De banken noemen het vertrouwen in juridische zekerheid “kwetsbaar”: zonder vergunning neemt het verdienvermogen van agrariërs af en worden investeringen en financiering vrijwel onmogelijk. Daardoor raakt de bedrijfsvoering en toekomstzekerheid van boeren verder onder druk.
Naast emissie-eisen stapelen andere nieuwe regels de problemen op. Toegang tot oppervlaktewater is aan strikte quota gekoppeld via meters en online registratie, wat in droge periodes kan betekenen dat irrigatie stopt zodra het quotum op is. Voor gewasbeschermingsmiddelen geldt dat boeren zelf moeten aantonen dat middelen geen schade veroorzaken — iets wat in de praktijk vaak onhaalbaar wordt geacht. Bovendien ervaren boeren een constante stroom aan handhavingsmeldingen van milieuorganisaties en burgers; soms is al één melding genoeg om een bedrijf stil te leggen.
De menselijke tol is hoog. Recent kwam de 31‑jarige melkveehouder Patrick Verhagen door zelfdoding om het leven na het openlijk aankaarten van problemen. Sectororganisaties en 113 Zelfmoordpreventie benadrukken dat agrariërs structureel een hoger suïciderisico hebben: gemiddeld neemt in Nederland elke drie weken een boer of tuinder het leven. Factoren zijn hoge werkdruk, financiële onzekerheid, administrative lasten, maatschappelijke kritiek en sociaal isolement.
Wat in Brabant speelt, is volgens betrokkenen exemplarisch voor een breder patroon: provinciaal beleid dat sneller verandert dan de praktische uitvoering toelaat, en regels die weinig rekening houden met technische, financiële en menselijke haalbaarheid. De onvrede onder boeren lijkt aan te houden en verdere acties worden niet uitgesloten.