Pro-Palestijnse activisten saboteerden de opening van het academisch jaar aan de UvA
In dit artikel:
Bij de opening van het academisch jaar aan de Universiteit van Amsterdam hield rector magnificus Peter Paul Verbeek een toespraak over de rol van wetenschap en hoger onderwijs voor de samenleving. Hij richtte zich ook expliciet tot Joodse studenten en medewerkers die zich onveilig en buitengesloten voelen en riep iedereen op om woorden en daden zo te kiezen dat er ruimte en verbinding blijft; protest mag scherp zijn, maar niet vijandig. Kort daarna werd het resterende programma voortijdig afgebroken omdat luidruchtige pro‑Palestijnse demonstranten de sprekers overstemden en weigerden zich te kalmeren.
De auteur stelt dat Verbeek op fatsoenlijke wijze de demonstranten eerst gelegenheid gaf zich te uiten en vervolgens om ruimte vroeg voor het vervolg, maar dat die kans niet werd gegund. Door anderen te laten zwijgen en het monopolie op het geluid op te eisen, zouden de actievoerders de Palestijnse zaak geen dienst hebben bewezen: hun gedrag wekt de indruk dat zij weinig op hebben met vrij debat en intellectuele vrijheid, en voedt daarmee het beeld — waar ook Netanyahu op inspeelt — van onderdrukking in een toekomstig onafhankelijk Palestina. Bovendien kan het ertoe leiden dat als de UvA later maatregelen neemt tegen Israël of zich hard uitsprak over wat sommigen als genocide in Gaza noemen, die beslissingen door velen als het resultaat van intimidatie worden gezien.
Het aanwezige publiek toonde volgens de columnist weinig burgermoed door zich te laten verdrijven in plaats van op te treden tegen het overstemmende gedrag. De schrijver pleit ervoor dat een zelfverzekerde academische gemeenschap normoverschrijdend protest niet omzet in een discussie over de inhoud, maar het gedrag zelf aanspreekt — en dat handhaving niet louter aan beveiligers toevertrouwd mag worden.
Tot slot wijst de auteur erop dat andere dossiers (zoals het toeslagenschandaal en de Groningse gaskwestie) niet uit het publieke vizier mogen verdwijnen, noemt hij de PVV extreemrechts en verwijst hij naar een politieke podcast.