Prins Constantijn houdt toezicht op zichzelf bij chaotisch en ontransparant NAVO-fonds

zaterdag, 6 december 2025 (06:08) - Follow the Money

In dit artikel:

Het NAVO Innovatiefonds (NIF), in 2023 na intensief lobbywerk naar Amsterdam gehaald met beloften een miljard euro publiek kapitaal in defensie‑tech te investeren, kampt met diepgaande bestuurlijke en financiële kritiek. Onderzoek van Follow the Money en Sifted bracht belangenverstrengeling, onduidelijke rollen en buitensporige overhead aan het licht, waarna meerdere bestuurswisselingen plaatsvonden — maar critici noemen veel van die veranderingen vooral cosmetisch.

Wie en wat: het NIF is een investeerder opgezet door 24 NAVO‑lidstaten om innovatie in defensietechnologie te stimuleren. In juli vorig jaar kreeg prins Constantijn stilletjes een functie als fondsbestuurder, terwijl hij eerder als toezichthouder verbonden was aan Nederlandse start‑uporganisatie Techleap. Die dubbele pet betekent dat hij formatieel toezicht houdt op besluiten waar hij zelf bij betrokken is. Andere toezichthouders werden eveneens bestuurder, waardoor toezicht en bestuur volgens Transparency International‑onderzoekster Francesca Grandi zijn samengesmolten en belangenconflicten genormaliseerd raken.

Bestuurlijke omwegen: toen voorzitter Klaus Hommels onder vuur kwam vanwege investeringen die overlappen met belangen van zijn private fonds Lakestar, stapte hij weliswaar terug als voorzitter maar kreeg meteen een nieuw, informeel voorzitterschap in een ‘Geopolitical and Strategic Advisory Council’. Die raad, naar buiten toe gepresenteerd als belangrijk, is niet terug te vinden in de Kamer van Koophandel en zijn bevoegdheden zijn moeilijk controleerbaar. Interne documenten tonen diepe verdeeldheid en verwijzen naar persoonlijke voorkeuren die de fondsdoelen ondermijnen; vrijwel het complete oorspronkelijke partnerschap stapte op.

Geldverspilling en luxe: de beperkte jaarrekening van de Britse tak NIF Investment Advisory UK Ltd laat zien dat het fonds fors uitgeeft aan prestige: duur kantoor op A‑locaties in Amsterdam (Westermarkt/The Collection) en Londen (Jermyn Street), huurverplichtingen van meer dan €1,22 miljoen in de eerste 17 maanden, bijna €350.000 aan kantoorinrichting en vergaderingen in vijfsterrenhotels en premiumlocaties. Salarissen beginnen rond €309.000 per jaar en twee partners namen een directeursvoorschot van €147.200. Op vragen over deze kosten blijft het fonds grotendeels antwoord schuldig; het ministerie van Defensie zegt wel op de hoogte te zijn en akkoord te hebben gegeven.

Juridische en reputatierisico’s: het NIF werkt in meerdere jurisdicties — een Britse entiteit voert de kernactiviteiten en de Nederlandse bv heeft onduidelijke toegevoegde waarde en een symbolisch geplaatst kapitaal van €1. Door de beperkte aansprakelijkheid van deelnemende landen (limited partnership) lijken de financiële risico’s begrensd, maar wanneer staten zich actief met bestuur gaan bemoeien, kan dat hun juridische blootstelling vergroten. Nederlandse betrokkenheid wordt daarmee gevoelig: Algemene Zaken bevestigt dat prins Constantijn in mei 2023 toestemming kreeg om toezichthouder te zijn, onder voorwaarde dat hij zich niet bemoeit met besluitvorming; of die toestemming ook geldt voor zijn nieuwe rol als bestuurder is onduidelijk.

Transparantie en impact: het fonds claimt marktleider te zijn in Europese defensie‑investeringen, maar heeft sinds oprichting relatief weinig bedrijven gefinancierd (ongeveer 23 investeringen, tien direct). Kritische gebeurtenissen zoals de mislukte dronetest van het Duitse bedrijf STARK en de overgang van hooggeplaatste NIF‑architecten naar bedrijven die vervolgens financiering kregen, illustreren reputatieproblemen. Transparency International waarschuwt dat het NIF, als private entiteit die NAVO‑naam draagt maar niet de transparantie biedt die bij publiek geld hoort, een risicovolle grijze zone is waar standaarden onder druk komen te staan.

Conclusie: het NAVO Innovatiefonds beschikt over veel publiek kapitaal en een ambitieus doel, maar bestuurlijke onduidelijkheid, mogelijke belangenverstrengeling, hoge overhead en gebrekkige transparantie vormen een serieuze bedreiging voor de geloofwaardigheid van het fonds, de deelnemende landen en de NAVO zelf. Experts en kritische journalisten pleiten voor heldere regels, strakker toezicht en open verantwoording om verdere reputatieschade en juridische complicaties te voorkomen.