Andrew verliest titel prins en verlaat Royal Lodge na aanhoudende ophef
In dit artikel:
Buckingham Palace maakte donderdagavond bekend dat prins Andrew formeel zijn prinsentitel, rangen en koninklijke onderscheidingen worden ontnomen. De prins — voortaan aangeduid als Andrew Mountbatten Windsor — moet daarnaast zijn huurovereenkomst voor de Royal Lodge beëindigen en verhuizen naar een andere privéwoning. Zijn dochters prinsessen Eugenie en Beatrice behouden hun titels.
De maatregel volgt op lange controverse rond Andrews relatie met de veroordeelde zedendelinquent Jeffrey Epstein en op nieuwe aanwijzingen over hun contacten. Andrew trad eerder dit maand al terug als hertog van York in een poging de publieke verontwaardiging te dempen. Ondanks zijn terugtreden bleef hij tot nu toe in de Royal Lodge wonen, een 30-kamerwoning op het Windsorlandgoed waarvoor hij volgens berichtgeving slechts symbolisch huurde; die huurovereenkomst bood hem juridische bescherming om te blijven. Volgens de BBC zou hij naar verwachting verhuizen naar Sandringham in Norfolk, mogelijk met privéfinanciering van koning Charles.
Buckingham Palace benadrukt dat het besluit is genomen terwijl Andrew de beschuldigingen tegen hem blijft ontkennen. Tegelijkertijd spreekt het paleis zijn medeleven uit met slachtoffers en overlevenden van misbruik. De affaire rond Andrew escaleerde onder meer door beschuldigingen van Virginia Giuffre — die zich eerder dit jaar van het leven beroofde — en door onthullingen over mogelijke contacten met China. Giuffre beschuldigde Andrew van seksueel misbruik; een civiele procedure werd voorkomen door een schikking, terwijl Andrew de aantijgingen aanhoudend ontkent.
Kort gezegd: de koning distantieert het koningshuis verder van zijn broer door titels terug te nemen en hem te laten verhuizen, terwijl de nasleep van de Epstein-affaire en de aandacht voor slachtoffers centraal blijven staan.