Prik tegen RS-virus lijkt effectief: weinig baby's op ic's, experts hoopvol
In dit artikel:
In Nederland liggen dit najaar veel minder zuigelingen met een ernstige RSV‑luchtweginfectie op de intensive care dan vorig jaar. Sinds september 2025 kunnen baby’s een prik krijgen die onmiddellijk bescherming biedt doordat hij kant-en-klare antistoffen tegen het RS‑virus geeft. De vaccinatie is bedoeld voor het eerste levensjaar en de bescherming houdt ongeveer zes maanden aan; daarom worden pasgeborenen in twee groepen ingeënt (direct na geboorte en een inhaalgroep).
Kinderartsen en het RIVM zien tot nu toe een duidelijke daling in ic‑opnames. RIVM‑woordvoerder Harald Wychgel noemt de cijfers hoopgevend, maar waarschuwt dat het te vroeg is voor definitieve conclusies: het seizoen leek later te starten en het volledige beeld is pas eind winter — februari of maart — helder. Hoogleraar kindergeneeskunde Lissy de Ridder zegt: "Het zou wel eens een historische kerst voor de kindergeneeskunde kunnen worden," en merkt tegelijk op dat de meeste opgenomen kinderen vaak niet (tijdig) zijn gevaccineerd.
Preciseerbare vaccinatiecijfers ontbreken nog, maar het Rijksvaccinatieprogramma meldt dat de dekking voor beide doelgroepen rond de 75 procent ligt. Het Nederlandse RSV‑seizoen loopt van 1 oktober tot 1 april, dus een late piek blijft mogelijk. Ter vergelijking: in andere Europese landen waar de prik al wordt gebruikt, daalden ziekenhuisopnames van baby’s door RSV met ongeveer 80 procent.
Kortom: vroege signalen wijzen op succes van de nieuwe antistofprik bij zuigelingen in Nederland, maar wetenschappers wachten het einde van het seizoen af om de effectiviteit definitief vast te stellen.