Prijzen Kinderboekenweek bekend: eindelijk goud voor deze veteranen die nooit eerder wonnen
In dit artikel:
Een kleine week voor de start van de Kinderboekenweek maakten de jury’s bekend dat Lida Dijkstra de Gouden Griffel krijgt voor De wonderverteller en Natascha Stenvert het Gouden Penseel voor haar illustraties in Een ongelofelijk grote, ongelofelijk gevaarlijke leguaan.
Lida Dijkstra (1961) werkt al decennialang in het jeugdboekenvak en publiceerde sinds 1992 zowel in het Nederlands als in het Fries, vaak vertaalt ze haar eigen werk tussen beide talen. Ze kreeg eerder nominaties voor grote prijzen en won onder meer de Thea Beckmanprijs; drie maanden geleden kreeg ze al een Zilveren Griffel en die is nu omgezet in goud. In De wonderverteller verweeft Dijkstra historische elementen met fictie: het verhaal speelt rond Marco Polo maar legt de focus op het fictieve weesmeisje Topina, schoonmaakster in de gevangenis waar Polo vastzit. Topina brengt Polo’s anekdotes in contact met schrijver Rustichello, waardoor een raamvertelling ontstaat waarin feiten en opgetuigde verhalen tegenover elkaar staan. Door die structuur komen niet alleen spanningsvolle reisavonturen voorbij, maar ook een reflectie op de grens tussen waargebeurd en verzonnen — een actueel thema voor jonge lezers die media en informatie leren beoordelen. De uitgave, met feeërieke platen van Djenné Fila en uitgegeven door Luitingh-Sijthoff, oogstte lof vanwege verhalende kracht, karaktertekening en literaire vlotheid.
Natascha Stenvert (1971) studeerde aan de Groningse kunstacademie en illustreert kinderboeken sinds de jaren negentig. Ze werkte veel samen met commerciële titels en won eerder de Kinderboekwinkelprijs. Voor Pim Lammers’ prentenboek Een ongelofelijk grote, ongelofelijk gevaarlijke leguaan (Querido) koos Stenvert een andere koers: haar beelden zijn speelser en fantasierijker, met een omslag dat meteen in het oog springt. Het verhaal volgt een naamloos jongetje dat in plaats van een ‘gewone’ familiefoto een fantasiegezinnen presenteert — met meerdere ouders, talloze broers en zusjes en een bonte stoet dieren — waarna ook nog een “ongelofelijk gevaarlijke” leguaan verschijnt. Stenvert zet haar illustraties neer alsof ze uit het handschrift van het kind komen; dat naïeve, directe register versterkt de oproep tot verbeelding en accepteert uiteenlopende gezinsvormen. De Penseeljury prees de vernieuwing in techniek en het beste van haar ambacht: etswerk, typografie en beeldtaal vullen de tekst op een slimme manier aan en leverden volgens hen een prentenboek op met klassiekerspotentieel.
Beide onderscheidingen — de Gouden Griffel en het Gouden Penseel — gelden als de belangrijkste literaire erkenningen in het Nederlandse kinderboekenvak. De jury’s belonen hiermee ervaren makers die in hun lange loopbaan nieuw werk lieten zien met verhalende diepgang (Dijkstra) en visuele verbeeldingskracht (Stenvert).