Premier Schoof probeert Kamer gerust te stellen: Nederland wordt niet een oorlog 'in gerommeld'

vrijdag, 12 september 2025 (09:31) - Het Parool

In dit artikel:

In het parlement afgelopen donderdag ontstond grote verdeeldheid over de Nederlandse rol bij mogelijke naoorlogse missies in Oekraïne. Demissionair premier Dick Schoof hield het voorzichtig: er zijn nog geen concrete vredesonderhandelingen of bestand, dus alle militaire voorbereidingen blijven voorlopig theoretisch. Nederland heeft volgens hem nooit toegezegd troepen te leveren; wél is het kabinet bereid om mee te denken over een substantiële bijdrage aan een internationale missie op land, zee of in de lucht als daar uiteindelijk om wordt gevraagd.

Sommige partijen, onder meer SP, Denk en NSC, zijn wantrouwig en vrezen dat die bereidheid neerkomt op een sluipende betrokkenheid waarbij “boots on the ground” mogelijk worden. NSC-lijsttrekker Eddy van Hijum en SP-Kamerlid Sarah Dobbe vroegen zich expliciet af of Nederland zo niet ongemerkt in militaire inzet wordt gezogen. Schoof benadrukte dat verdere stappen afhangen van een concreet vredesakkoord, de precieze missieomvang, toegestane mandaten en de risico-inschatting voor Nederlandse militairen. Hij en anderen wezen op de noodzaak van Amerikaanse steun; zonder de VS kunnen Europese inspanningen volgens het kabinet weinig uitrichten.

Aan de andere kant staan D66 en Volt die aandringen op meer daadkracht, bijvoorbeeld door een no-flyzone boven het westen van Oekraïne in te stellen. D66-Kamerlid Jan Paternotte stelde dat Europese landen het luchtruim moeten helpen beveiligen nadat Russische acties zelfs het Poolse luchtruim raakten. Kabinetsleden en een Kamermeerderheid vrezen echter dat het handhaven van een no-flyzone direct tot confrontaties met Russische vliegtuigen kan leiden en zo ongewilde escalatie uitlokt. Ook Frans Timmermans waarschuwde dat een handhavingsverplichting risico’s met zich meebrengt.

Praktische bijdragen van Nederland aan Oekraïense luchtverdediging zijn er al: F-16’s en Patriots zijn ingezet en Nederlandse F-35-piloten speelden volgens Kamerleden een rol bij het neerhalen van drones die het Poolse luchtruim binnendrongen. Buitenlandse zakenminister David van Weel riep de Russische ambassadeur ter verantwoording en wilde niet wachten op het NAVO-onderzoek naar de drone-incidenten.

Kort samengevat: er is in de Kamer een meerderheid bereid te onderzoeken of Nederland kan deelnemen aan een internationale vredesbewakende of afschrikkende missie, maar concrete inzet is afhankelijk van politieke afspraken, mandaat, risicoanalyse en vooral van hoe de VS en EU zich opstellen. De discussie draait om de balans tussen het tonen van spierkracht en het vermijden van escalatie — met de les van Srebrenica als waarschuwing voor duidelijke mandaten en rugdekking.