Premier League verpulvert transferrecord, met 3,6 miljard: 'Echt de waan van de dag'
In dit artikel:
Liverpool, Manchester City en co. hebben deze zomer de transfermarkt totaal ontregeld: de Engelse clubs gaven in één transfervenster zo'n 3,6 miljard euro uit, een nieuw record (vorig record: 2,7 miljard). De transferperiode in Engeland sloot gisteravond om 20.00 uur. Grote aankopen – onder meer Alexander Isak (145 miljoen), Florian Wirtz (125 miljoen) en Hugo Ekitiké (98 miljoen) – illustreren het bedrag dat rondgaat, terwijl ook transfers in de Championship de Nederlandse eredivisie qua uitgaven overstijgen.
De belangrijkste drijvende kracht is de explosie van televisiegelden. Voor de periode 2025–2029 verkochten Sky Sports en TNT Sports de uitzendrechten voor ongeveer 7,8 miljard euro; iedere Premier League-club ontvangt daardoor alleen al uit de basisverdeling circa 110 miljoen per jaar (ter vergelijking: PSV ontvangt circa 14,5 miljoen totaal). Oud-directeur Toon Gerbrands wijst erop dat die inkomsten de markt omhoog duwen: "Iedereen wil de Premier League zien." Daardoor kunnen clubs bedragen betalen die voor andere competities ondenkbaar lijken.
Financieel verklaart Gerbrands ook waarom torenhoge transfers draaglijk lijken: grote aankoopkosten worden over de looptijd van een contract afgeschreven, waardoor de jaarlijkse last voor een club relatief beperkt is. Hij verwijst bovendien naar commerciële opbrengsten (zoals shirtverkopen) die een deel van de investering kunnen terugverdienen — eerdere voorbeelden zoals Paul Pogba laten dat zien.
Niet iedereen juicht de ontwikkelingen toe. Martin Reijnders, die zijn zoon Tijjani begeleidde bij diens overgang van AC Milan naar Manchester City (55 miljoen), noemt transfers boven de 100 miljoen "gekkenwerk" en waarschuwt voor het risico van mislukte aankopen. Hij benadrukt dat waarde-inschattingen vaak giswerk zijn en dat overbieding de markt verder opstuwt, vergelijkbaar met een oververhitte huizenmarkt.
Ondanks de financiële voorsprong van Engeland ziet Gerbrands niet direct het einde van competitieve Europese successen door clubs uit andere landen; sportieve kwaliteit en geluk blijven doorslaggevend. Transfermarkt plaatst Real Madrid met een totale marktwaarde van 1,40 miljard bovenaan, maar twaalf Premier League-clubs staan in de top 25, wat de enorme breedte van Engelse financiële macht onderstreept. Gerbrands verwacht dat de grens nog niet bereikt is en sluit niet uit dat toekomstige transfers nog hoger oplopen.