Politieke partijen zijn toeslagenstelsel zat en willen meer werken belonen
In dit artikel:
Ongeveer zes miljoen Nederlandse huishoudens ontvangen maandelijks één of meer toeslagen (gemiddeld €3.333 per maand) voor zaken als kinderen, kinderopvang, huur en zorg. In de aanloop naar de verkiezingen schuiven politieke partijen uiteenlopende plannen voor het complexe, foutgevoelige stelsel naar voren onder het gemeenschappelijke motto dat "meer werken moet lonen". Partijen als GroenLinks-PvdA, VVD en D66 willen op termijn van toeslagen af; ook kleinere partijen (ChristenUnie, Volt) pleiten voor ingrijpende hervormingen, waaronder vormen van een basisinkomen. Het CDA kiest voor minder ingrijpende wijzigingen en de PVV besteedt nauwelijks aandacht aan het onderwerp.
Belangrijke knelpunten die politici en onderzoekers noemen: het stelsel is technisch ingewikkeld zodat veel mensen fouten maken bij aanvragen, en toeslagen nemen af zodra het inkomen stijgt, waardoor de financiële prikkel om meer te werken vaak tegenvalt. Onder bepaalde inkomens ligt de marginaal opgehouden bedrag zo laag dat een minderheid minder dan €0,20 overhoudt van iedere extra verdiende euro; de meeste mensen houden wel minstens €0,50 over. Onderzoek wijst echter uit dat hogere netto-beloning slechts beperkt tot meer arbeidsaanbod leidt.
Het Instituut voor Publieke Economie (IPE) werkte een concreet alternatief uit: vervang de huidige toeslagen door een vaste basistoelage van €315 per maand plus €110 per volwassene en €250 per kind, en een extra €320 voor alleenstaande ouders. Dit model veronderstelt bijna gratis kinderopvang en laat de bijstand bestaan omdat de toelagen alleen niet toereikend zijn om van rond te komen; tegelijk pleit het IPE voor meer belastingschijven om inkomensbeleid te blijven sturen en ingewikkelde regelingen zoals de algemene heffingskorting te vereenvoudigen.
Voorstanders van afschaffing of vereenvoudiging, waaronder econoom Huub Brouwer, zien voordelen in minder fouten en meer voorspelbaarheid en pleiten voor een hoger minimumloon en bijstand om afhankelijkheid van toeslagen te verkleinen. Tegenover eenvoud staat het dilemma van rechtvaardigheid: loskoppeling van toeslagen van inkomen maakt het systeem eenvoudiger maar betekent dat rijke en arme huishoudens dezelfde basisvergoeding zouden ontvangen, tenzij er uitsluitingen op vermogen worden ingevoerd.
Het huidige stelsel leidt volgens recente cijfers tot veel terugbetalingen: circa 23% van de toeslagontvangers moet geld terugbetalen; voor meer dan 500.000 mensen gaat het om bedragen boven €500. Daarnaast weigert circa 10% van de gerechtigden zorg- of huurtoeslag uit angst voor terugvorderingen. Lokale hulpverlening is versnipperd—een gemiddelde gemeente beheert ongeveer vijftien verschillende regelingen—waardoor sommige mensen toch tussen wal en schip raken.
De politieke ambitie om het stelsel te hervormen is er, maar verandering vordert traag. Zoals IPE-onderzoeker Jasper van Dijk samenvat: "We staan al twaalf jaar stil op dit dossier." Hervorming blijft een langdurig en gevoelige opgave omdat ze raakt aan inkomensverdeling, arbeidsprikkels en de bescherming van kwetsbare groepen.