Politieke partijen kregen 83,7 miljoen euro directe subsidies: "Duidelijk niet in eigen inkomsten gesneden"
In dit artikel:
Uit een studie van de KU Leuven blijkt dat Belgische partijen in 2024 sterk blijven steunen op overheidsfinanciering: van de 108,7 miljoen euro die partijen van de overheid ontvingen, was 77 procent directe subsidie (ongeveer 83,7 miljoen euro). Samen met indirecte steun (bijdragen van mandatarissen) vormen die overheidsinkomsten ruim 87 procent van de totale partijinkomsten. Politicoloog Bart Maddens wijst erop dat partijen hun eigen inkomsten niet hebben teruggeschroefd, wat gevoelig ligt in een periode van besparingen.
Samenstelling van de inkomsten
- Directe subsidies bestaan vooral uit dotaties (63%) en fractietoelagen voor parlementair werk (31,4%); kleine delen komen van provinciale toelagen en Franstalige ondersteuningsstructuren.
- Mandatarisbijdragen leverden 10,2 miljoen euro op. Dat bedrag daalde voor PS en Ecolo na hun verkiezingsverlies, terwijl PVDA relatief veel steun van verkozenen krijgt.
- Lidgelden en privé-donaties blijven beperkt: lidgelden waren goed voor 3,9% van de inkomsten (4,6 miljoen euro in totaal), waarvan meer dan de helft door de PVDA werd opgehaald (2,4 miljoen). Privégiften stegen opvallend van 164.000 euro in 2023 naar circa 1 miljoen euro in 2024, vooral door bedragen voor Vlaams Belang (grotendeels legaten) en PVDA.
Verborgen extra: verloning parlementaire medewerkers
De loonkosten van fractiemedewerkers werden begroot op 104,6 miljoen euro en vormen feitelijk een bijkomende, indirecte subsidie aan partijen.
Vermogenspositie en verschillen tussen partijen
Het gezamenlijke netto-vermogen van partijen daalde naar 127,6 miljoen euro, zo’n 40 miljoen minder dan in 2023—een daling die samenhangt met de uitgaven in een verkiezingsjaar (2024 kende twee stembusgangen). Volgens Maddens is daarmee de opwaartse trend van partijvermogen doorbroken: het vermogen volgt de inflatie niet op. N-VA blijft met afstand de rijkste partij (netto 23,6 miljoen euro). Vlaams Belang, PS en CD&V klokten rond 15 miljoen af. Onderaan staan Open VLD (5,7 miljoen), Groen (5 miljoen) en DéFI, dat een negatief netto‑vermogen van ongeveer 313.500 euro heeft.
Kortom: staatsmiddelen domineren de partijfinanciën in België, met grote verschillen in afhankelijkheid en een merkbare druk op vermogen na intensieve verkiezingscampagnes.