Politie: zonder extra geld van politiek komt er minder blauw op straat
In dit artikel:
De Nationale Politie zegt dat er structureel te weinig geld wordt vrijgemaakt door politieke partijen om het korps op peil te houden. Vorige maand heeft de politie aan partijen laten weten dat zij minimaal 350 miljoen euro extra per jaar nodig heeft om alle taken te blijven uitvoeren; in de zomer berekende het korps nog een tekort van 850 miljoen, waarna bijvoorbeeld ICT-vernieuwing werd uitgesteld.
Uit de doorrekeningen die partijen bij het CPB indienden, blijkt dat de meeste partijen niet dat minimumbedrag toewijzen. Enkele concrete voorbeelden: het CDA reserveert 200 miljoen voor de politie, D66 200 miljoen voor “veiligheid” (mogelijk deels naar de politie), GroenLinks–PvdA en SGP noemen ook circa 200 miljoen maar delen dit met instanties als het OM. BBB, NSC, ChristenUnie en Volt noemen geen extra middelen voor de politie. Alleen JA21 (500 miljoen in 2030) en vooral VVD (800 miljoen) reserveren volgens hun plannen meer dan de gevraagde 350 miljoen, maar beide noemen niet scherp welk deel daadwerkelijk naar de politie gaat; JA21’s bedrag omvat bijvoorbeeld ook het gevangeniswezen. Voormalig staatssecretaris Ingrid Coenradie (nu JA21-kandidaat) vroeg eerder 432 miljoen extra voor gevangenissen, wat laat zien dat binnenlands veiligheidsgeld op meerdere plekken nodig is.
De korpsleiding waarschuwt dat als het extra geld niet wordt gevonden, vacatures ongevuld blijven met consequenties voor de zichtbaarheid van politie, de behandeling van aangiftes en de rol van de politie als veiligheidsnet tegen georganiseerde misdaad. De Politiebond noemt het gebrek aan extra middelen een “gemiste kans”: 350 miljoen is volgens bonden de absolute ondergrens en lost nog geen personeelsprobleem op; onderbezetting leidt al tot onverwerkte zedenzaken. Sommige partijen (zoals de SP) claimen grotere extra middelen (SP noemde 1 miljard) maar lieten hun plannen niet door het CPB toetsen, waardoor vergelijkbaarheid ontbreekt.
De Nationale Politie hoopt dat tijdens de kabinetsformatie meer aandacht komt voor binnenlandse veiligheid en de rol van de politie in het versterken van de nationale weerbaarheid.