Politici schuiven hun overstap naar nieuw pensioenstelsel opnieuw vooruit
In dit artikel:
De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel in Nederland loopt door allerlei vertragingen door, maar één groep blijft opvallend buiten schot: politieke ambtsdragers. Terwijl miljoenen werknemers uiterlijk in 2028 moeten worden ingevaren onder de Wet toekomst pensioenen (Wtp), ligt het APPA-wetsvoorstel — dat de pensioenen van Kamerleden, ministers, wethouders, gedeputeerden en burgemeesters naar het nieuwe stelsel moet brengen — al jaren stil. Daardoor blijven politici voorlopig in het oude, vaste stelsel zitten.
In een recent debat in de Eerste Kamer stonden vooral de risico’s van de nationale transitie centraal: bezorgdheid over rechtsbescherming, uitvoerbaarheid en gebrek aan zeggenschap voor deelnemers. Minister Paul gaf toe dat het APPA-voorstel nog “in ambtelijke voorbereiding” is en noemde geen concrete datum; ze verwacht dat het begin volgend jaar in consultatie gaat. Die trage voortgang frustreert Kamerleden, omdat burgers en werkgevers ondertussen massaal worden geconfronteerd met ingrijpende veranderingen.
Scherpe kritiek kwam van senator Beukering, die waarschuwde voor het risico van een nieuwe toeslagenaffaire en het ontbreken van individueel bezwaarrecht. Ondanks dat hij twijfels heeft over de Wtp steunde hij uitstel van invoering voor burgers, omdat haast volgens hem grotere schade kan veroorzaken. Senator Van Rooijen trok ook aan de bel over matige rendementen: pensioenfondsen boekten recentelijk veel lagere opbrengsten dan eenvoudige beleggingsalternatieven.
Toezichthouders DNB en AFM signaleren dat veel pensioenuitvoerders achterlopen met planning, IT-werk en opschoning van gegevens. Fondsen schuiven invaardata op en de sector verwacht ruim 1 miljard euro aan transitiekosten, exclusief groot onderhoud. Fouten kunnen leiden tot financiële verliezen of juridische claims; bovendien waarschuwt een regeringscommissaris dat 1,6 miljoen werknemers fiscale risico’s lopen als werkgevers te laat overschakelen.
Het politieke pensioenstelsel zelf blijft buiten beeld omdat afstemming met provincies, gemeenten, waterschappen en het ABP complex blijkt. Voorstanders van gelijke behandeling vinden het moeilijk uitlegbaar dat politici zichzelf meer tijd gunnen terwijl van burgers volledige medewerking wordt verlangd. In het debat ontstond verder wantrouwen over transparantie en rechtsbescherming; meerdere moties riepen om betere waarborgen, meer openheid of zelfs een referendum. Minister Paul verdedigde de Wtp als noodzakelijk voor toekomstbestendigheid, maar het blijvende verschil in behandeling ondermijnt volgens critici de geloofwaardigheid van de transitie.