Polen zet 10.000 militairen in na „staatsterreur door Rusland"

In dit artikel:

Polen beschuldigt Rusland van een gerichte aanval op spoorinfrastructuur nadat op twee plekken langs een belangrijke spoorlijn richting Oekraïne explosies en sabotage zijn ontdekt. Zaterdagnacht werd bij het dorp Mika, op ongeveer 90 km van Warschau, het spoor compleet opgeblazen; een oplettende machinist ontdekte tijdig de schade. In Gołąb moest een trein met 475 passagiers een noodstop maken toen een metalen plaat en een niet-ontplofte C4-bom op de rails werden aangetroffen. Volgens premier Donald Tusk zijn twee verdachten uit Oekraïne opgedoken, maar zouden ze naar Wit-Rusland zijn gevlucht; hij stelt dat zij al langere tijd met Russische inlichtingendiensten samenwerkten.

De Poolse regering wijst expliciet de Russische veiligheidsdienst GRU en het Kremlin aan als opdrachtgever en noemt de aanslag een vorm van staatsterrorisme. Als reactie kondigde minister van Buitenlandse Zaken Radek Sikorski nieuwe sancties en het sluiten van het laatste Russische consulaat in Gdańsk aan; ook zijn vluchten met Kaliningrad en grensverkeer met Wit-Rusland sterk beperkt. Minister van Defensie Władysław Kosiniak-Kamysz liet weten dat circa 10.000 soldaten worden ingezet om vitale infrastructuur te beveiligen. De noordgrens bij Kaliningrad krijgt vergelijkbare verscherpte bewaking als de al zwaar beschermde oostgrens met Wit-Rusland; zelfs mijnen worden niet uitgesloten.

Polen, met ongeveer 216.000 troepen de grootste krijgsmacht van Europa, speelt een cruciale rol als doorvoerland voor militaire bevoorrading naar Oekraïne via de luchtbasis Rzeszów. De sabotage wordt inmiddels gezien als een van de ernstigste hybride aanvallen sinds de Russische invasie van 2022, en legt opnieuw de kwetsbaarheid van de smalle Suwałki-corridor naar de Baltische staten bloot. Rusland ontkent betrokkenheid.