Poetins pesterijen: zo worstelt Litouwen met een hybride oorlog
In dit artikel:
In Vilnius is het dagelijks leven letterlijk en figuurlijk verstoord: GPS‑storingen die hun oorsprong hebben in Kaliningrad en schepen op de Oostzee maken navigatie onbetrouwbaar, waardoor luchtballonnen — symbool van Litouwse vrijheid sinds het einde van de Sovjet‑bezetting — massaal minder kunnen opstijgen en reguliere vliegverkeer risico loopt. Luchtverkeersleiding registreerde sinds eind vorig jaar honderden meldingen van jamming per maand (in juni meer dan duizend). Acht vliegtuigen moesten dit jaar de landing in Vilnius onderbreken en een Ryanair‑vlucht week uit naar Warschau. Litouwse ballonvaarders en luchtvaartautoriteiten spreken niet langer alleen van hinder maar van een oorlogstoestand: de stoorzenders lijken erop gericht de Russische militaire aanwezigheid in het uiterste westen te beschermen.
Die ervaring valt niet los te zien van Litouwens recente geschiedenis en veiligheidsstrategie. Het land heeft de erfenis van Sovjetrepressie vers in het geheugen: in januari 1991 vielen troepen het parlement en de omroep aan, met doden en maandenlange bezetting tot gevolg. Die confrontatie — de zogenaamde Zingende Revolutie — heeft Litouwen gealarmeerd gemaakt ten aanzien van informatie‑oorlogsvoering. Russische staatsmedia en later nieuwe kanalen verspreidden jarenlang propaganda om Litouwen te delegitimeren; na de inval in Oekraïne werden enkele grote zenders verboden, een maatregel die in het Westen veel discussie opriepen over persvrijheid.
Litouwen pakt desinformatie en hybride dreiging breed aan: scholen krijgen mediawijsheid en factcheckers werken samen met ngo’s en vrijwilligers (‘een elvenleger’) om online trollen te bestrijden. Tegelijkertijd waarschuwen onderzoekers dat dit nog onvoldoende is nu deepfakes en AI‑gestuurde manipulatie de grens tussen echt en namaak verder vervagen. Volgens Litouwse experts creëert Rusland steeds vaker de gewenste werkelijkheid niet alleen via propaganda maar ook door fysieke sabotage en geweld.
Die fysieke component komt in verschillende vormen voor. In mei 2024 brandde een grote IKEA‑vestiging in Litouwen; twee Oekraïense jongeren werden later in Warschau opgepakt, naar verluidt betaald om explosieven te plaatsen. De Litouwse autoriteiten beschouwen de zaak als de eerste Russische actie in het land die als terroristisch misdrijf wordt vervolgd. Eerder werden ook al vernielingen aan standbeelden georganiseerd en werden explosieven verschrikt verstuurd in postpakketten (onder meer verborgen in seksspeeltjes) naar bestemmingen in de EU. Russische diensten zouden ronselen via socialmediakanalen, vooral Telegram; dat leidde tot maatregelen zoals verplichte registratie van nieuwe simkaarten om anonimiteit voor rekruteerders te verminderen.
Een andere hybride tactiek is het instrumentaliseren van migratie via Belarus: in 2021 arriveerden plots duizenden mensen over de grens, een situatie die Litouwen en buren Polen en Letland zagen als door Minsk aangestuurd om Europese samenhang te ondermijnen. Litouwen reageerde met snelle verscherping van grensbeveiliging: hoge hekken, scheermesdraad, automatische camera’s, extra grenspersoneel en militaire steun. Die harde aanpak bracht kritiek van mensenrechtenorganisaties over pushbacks en detentieomstandigheden; de Litouwse leiding stelt echter dat het geconstrueerde migratiepatroon geen natuurlijke migratie was maar een doelbewust politiek instrument.
Ook op luchtschild en grensverdediging dringt Litouwen bij zijn NAVO‑partners aan op versterking. Na recente drone‑incidenten en frequente GPS‑jamming vroeg de regering expliciet om ‘onmiddellijke maatregelen’ voor betere luchtverdediging. Binnenlandse diensten zoals VSD signaleren een gelaagde aanpak van Russische inlichtingendiensten: tussenpersonen, sociale media‑rekrutering en gebruik van lokale handlangers om aanslagen en sabotage te laten uitvoeren.
Wat kan Nederland en West‑Europa volgens Litouwse beleidsmakers en inlichtingendiensten leren? Ten eerste: hybride dreiging is geen abstract begrip maar dagelijkse realiteit — van communicatieoorlogvoering en digitale sabotage tot fysieke aanslagen en grensprovocaties. De Nederlandse MIVD waarschuwt dat Nederland onvoldoende is toegerust op dit soort combinaties van middelen. Ten tweede: democratische samenlevingen hebben instrumenten om desinformatie tegen te gaan (wetgeving, media‑filters, blokkades) maar moeten die doelbewust inzetten en tegelijk waakzaam blijven voor overmatige beperkingen van persvrijheid. Ten derde: preventie vraagt niet alleen defensieve investeringen (luchtverdediging, grensapparatuur) maar ook civiele paraatheid: media‑educatie, factchecking, strengere telecom‑identificatie en snelle opsporing van netwerken die radicaliseren of rekruteren.
Kortom: Litouwen ervaart een brede, geïntegreerde dreiging van zijn oosterbuur — met GPS‑jamming, desinformatie, rekrutering en fysieke sabotage — en reageert met een mix van militair, grens‑ en informatiebeleid. Voor Nederland is de waarschuwing duidelijk: bereid je voor op hybride aanvallen over meerdere domeinen, versterk defensieve capaciteiten en investeer in weerbaarheid van samenleving en informatieomgeving zonder de rechtsstatelijke waarden uit het oog te verliezen.