Poetin, Trump, Assange, Princip, Assad en… Djokovic hangen als ijskastmagneetjes naast elkaar
In dit artikel:
In Belgrado wordt tennisser Novak Djokovic steeds vaker in één adem genoemd met omstreden figuren zoals de oorlogsmisdadiger Ratko Mladić en Syrische dictator Bashar al-Assad, vooral in de context van zijn nationale identiteit tijdens de Olympische Spelen. Sinds de Russische inval in Oekraïne spelen Russische tennissers internationaal zonder hun nationaliteit te vermelden - een praktijk die ook tijdens de Spelen zal voortduren.
Tennis is van nature een individuele sport waarbij nationaliteit minder centraal staat, en toernooien zoals Roland Garros en Wimbledon zijn veel prestigieuzer dan bijvoorbeeld de Davis Cup. Desondanks zijn er onder tennissers zeker nationalisten te vinden, zoals Djokovic, die het "drievingergebaar" gebruikt, wat in Servië een symbolische betekenis heeft gekregen. Hoewel dit gebaar voor sommigen een link heeft naar nationale trots, wordt het ook geassocieerd met gewelddadige gebeurtenissen uit de Balkanoorlogen.
Djokovic, wiens familiegeschiedenis sterk met Servië verbonden is, heeft in het verleden politieke uitspraken gedaan die dienen ter ondersteuning van Servische claims op Kosovo. Dit wijst op zijn diepe verbinding met nationalistische sentimenten, die verder worden versterkt door zijn prominente status binnen de Servische samenleving. Opmerkelijk is dat hij slechts eenmaal een medaille op de Olympische Spelen heeft gewonnen, een bronzen medaille in Tokio, wat de druk op hem vergroot om op die wereldwijde atletische arena te presteren.
De perceptie van Djokovic in Servië weerspiegelt bredere thema’s van nationale identiteit en slachtofferschap, waarbij hij wordt omarmd door nationalistische kringen binnen het land, wat soms leidt tot tegenstrijdige gevoelens bij kijkers die de nadruk op sport zonder politieke inmenging prefereren.