Pleegvader: ik vind dat ik straf verdien, maar niet deze

In dit artikel:

Pleegvader Johnny van den B. (38) verzet zich in de rechtbank in Rotterdam tegen het door het Openbaar Ministerie geëiste vonnis van elf jaar cel plus tbs met dwangverpleging. Dat maakte hij dinsdag duidelijk bij de start van de derde zittingsdag in de zaak rond het mishandelen en opsluiten van een Vlaardingse pleegdochter, en het mishandelen van haar halfzusje en twee andere pleegkinderen. Van den B. zegt wel dat hij het meisje heeft opgesloten, maar ontkent dat hij haar heeft mishandeld; hij stelde dat hij een straf verdient, maar niet die gevorderde straf. Pleegmoeder W. reageerde niet inhoudelijk; tegen haar is dezelfde strafeis gericht.

In haar pleidooi voerde de verdediging van W. aan dat jeugdzorginstanties onvoldoende zicht hielden nadat de zusjes in 2022 bij het gezin kwamen wonen. Volgens de advocaat liepen het echtpaar voortdurend tegen problemen aan zonder adequate ondersteuning; inspecties concludeerden eerder dat instanties niet goed samenwerkten. De raadsvrouw vroeg vrijspraak van opzet bij het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel: botbreuken en hersenletsel zouden niet door W. zijn veroorzaakt en er was geen nauwe samenwerking met Van den B. over de bouw of aanschaf van de vermeende kooi. Wel gaf de verdediging aan dat W. deels verantwoordelijk kan worden gehouden voor het in hulpeloze toestand laten van het meisje, omdat zij niet sterker was opgetreden.

De advocaat vroeg ook vrijspraak voor de beschuldigingen tegen de andere kinderen. De officieren van justitie zullen reageren nadat de verdediging van Van den B. zijn pleidooi heeft gehouden.