Planten en dieren opgesloten in plukjes bos door versnippering regenwoud
In dit artikel:
Een wereldwijd overzicht in Science laat zien dat sinds 2000 tussen de 58 en 80 procent van de tropische bossen achteruit is gegaan door een mix van krimp en versnippering, niet alleen door directe ontbossing. Die versnippering betekent dat lange aaneengesloten wouden uiteenvallen in veel kleinere, geïsoleerde stukjes met verstrekkende gevolgen voor biodiversiteit en ecosysteemfuncties.
Kleine bosfragmenten beperken uitwisseling en migratie: amfibieën lijden onder droge corridors tussen bossen en sommige vogelsoorten schromen al voor smalle openingen. Hierdoor lopen populaties in geïsoleerde plukjes sneller uit. Bovendien fungeren sommige bosjes als 'stapstenen' tussen grotere woudcomplexen; verdwijnen die, dan raakt het landschap permanent verdeeld. Kleine percelen hebben relatief meer randgebied, warmen sneller op en zijn gevoeliger voor brand en invloeden van buitenaf.
Als belangrijkste oorzaken noemen de onderzoekers verschuivende (zwerf)landbouw, commerciële landbouwuitbreiding en mijnbouw; ook wegen en tijdelijke bosopeningen vergroten toegankelijkheid en daarmee het risico op verdere kap. Beschermde gebieden blijken de achteruitgang wel af te remmen, wat opvallend is gezien de handhavingsproblemen in veel bosrijke landen.
Nederlandse voorbeelden illustreren dat versnippering niet alleen een tropisch probleem is: een snelweg over de Veluwe verkleint zwartroutes voor grotere dieren, reden waarom Nederland investeert in ecoducten en verbindingszones. Ook subtielere menselijke ingrepen kunnen grote effecten hebben: radarsatellietbeelden tonen dat kleine houtwegen het Congobekken toegankelijker maken voor selectieve kap, wat nu nog niet als versnippering zichtbaar is maar wel het risico daarop vergroot.
Op beleidsniveau zal ontbossing waarschijnlijk een belangrijk thema worden tijdens de klimaattop later dit jaar in Brazilië (Belém), waar president Lula extra aandacht wil vragen voor het tegengaan van ontbossing en de positie van inheemse bevolkingen. De bevindingen onderstrepen dat behoud van grote aaneengesloten bossen én herstel van connectiviteit essentieel zijn om soorten te beschermen en toekomstige fragmentatie te voorkomen.